Bij BOOR gebeurt meer! Dat blijkt wel uit de vele nieuwe ideeën die in de organisatie leven om het onderwijs én de organisatie te verbeteren. Steeds met als uitgangspunt ‘Het kind voorop’ bedenken medewerkers hoe het anders en beter kan. Resultaatgerichter, efficiënter, maar ook kindvriendelijker en slimmer. Dat nieuwe ontwikkelingen een uitdaging vormen, blijkt uit de samenwerking tussen het Olympia College en VSO Herenwaard.
Het Olympia College en VSO Herenwaard werken sinds een jaar samen op het gebied van praktijkonderwijs. De zeer moeilijk lerende kinderen van de Herenwaard profiteren zo van de faciliteiten van het Olympia College. En dat leidde tot verrassende en voor de leerlingen zeer gunstige ontwikkelingen. Een tweede project start na de zomervakantie.
Het is een unieke samenwerking. De twee scholen spelen een voortrekkersrol in Nederland als het gaat om passend onderwijs. Dat hadden de initiatiefneemsters van het project in eerste instantie niet kunnen denken. De aanleiding om elkaar op te zoeken was heel basaal, vertelt Diddy Haasnoot, sinds 1 april jl. directeur van de Dr. A. van Voorthuysenschool en jarenlang locatiedirecteur van VSO Herenwaard. ‘We hadden ruimte nodig voor onze oudste groep en het Olympia College had lokalen vrij. De leerlingen van deze groep zijn 17 tot en met 20 jaar en zitten in de laatste fase van hun schoolloopbaan. Ze zijn toe aan een nieuwe uitdaging.’ Monique Helling, directeur van het Olympia College voor vmbo-leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs, verleende de groep graag onderdak. Haar school was na een problematische periode met veel directiewisselingen en onveiligheid in een stabiele situatie terechtgekomen. Zo stabiel dat ze alle vertrouwen had in de samenwerking. ‘Niet iedereen was ervan overtuigd dat het goed zou gaan. Onze docenten waren in het begin wat terughoudend, het ging toch om een groep van 25 in hun ogen kwetsbare kinderen. Zou het spanningen opleveren? Was het wel goed voor ons imago? We besloten voorzichtig te beginnen en in ieder geval de pauzes gescheiden te houden.’
Maar al snel kwamen er dwarsverbanden. Monique vervolgt: ‘De tuintjes achter de school waar onze leerlingen werken, bleken ook zeer geschikt voor de Herenwaard-groep. En waarom zouden ze onze kaplaarzen, schoffels en scheppen niet kunnen lenen? Dat was het begin van de samenwerking op onderwijsniveau. We gingen steeds meer materialen delen, maar ook lokalen en docenten.’ Diddy had nooit gedacht dat het zo snel zo goed zou gaan. ‘In het speciaal onderwijs houden we onze kinderen graag in onze nabijheid, we willen ze zoveel mogelijk beschermen. We vonden het al heel wat om de groep bij het Olympia College onder te brengen. Maar in de praktijk blijkt dat deze aanpak juist heel goed werkt.’
Expertise delen
Intern begeleidster van de Herenwaard Mandy de Jong vond het een groot voordeel dat een van de leerkrachten van de groep bij het Olympia College had gewerkt en daar de weg goed kende. ‘Hij wist precies wat er aan materialen aanwezig was en kende de medewerkers daar. Dat maakte de stap naar samenwerking kleiner. Het ging met twee leerlingen die bij ons waren ingestroomd vanuit de Internationale Schakelklas van Rotterdams Vakcollege De Hef zelfs zo goed, dat ze na een proefperiode al met kerst konden doorstromen naar het praktijkonderwijs van het Olympia College.’ En dat is waar het de beide scholen ook om te doen is. Monique: ‘We zijn nu een jaar verder en gaan ook steeds meer expertise met elkaar delen. Voorop staat dat we zoveel mogelijk leerlingen willen laten doorstromen naar andere programma’s. Omdat je samen naar ze kijkt, kun je nog beter bepalen wat het beste voor ze is. Toen ik hier net kwam als directeur was de algemene opvatting dat je de lat voor de leerlingen niet te hoog moest leggen, omdat ze dat zou frustreren. We zijn daardoor vaak te voorzichtig geweest. Niet teveel boeken, niet teveel computerwerk. We komen er nu achter dat je die lat best hoog kunt leggen. De buitenwereld is ook complex, op deze manier leren we leerlingen daar beter mee omgaan.’
Diddy vindt de samenwerking vooral geslaagd, omdat ze de leerlingen nu andere dingen kunnen aanbieden dan in de eigen school. ‘Wij hebben die faciliteiten gewoonweg niet. Doordat ze meer mogelijkheden hebben, zie je ze stappen maken. Ze kunnen hier allerlei certificaten halen, voor de vorkheftruck, het werken in de keuken en in het groen en voor wassen en strijken. Het is heel goed om ze in een andere omgeving te zetten.’
Andere onderwijsvisie
Monique benadrukt dat deze aanpak goed aansluit bij de nieuwe Wet passend onderwijs. ‘Het gaat hier echt om een andere visie op onderwijs. Wij willen de talenten van leerlingen zoveel mogelijk ontwikkelen door ze het onderwijs te bieden wat ze aankunnen. Dat is ook waar het bij passend onderwijs om gaat. Ga niet uit van beperkingen, maar van kansen.’
Zowel Diddy als Monique zijn ervan overtuigd dat in de nieuwe samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs goed gekeken moet worden hoe je gebruik kunt maken van elkaars expertise en mogelijkheden. Want bij het Olympia College worden ze ook geïnspireerd door de Herenwaard. Monique kijkt soms lichtelijk jaloers naar haar collega. ‘De leerlingen van de Herenwaard mogen de shirtjes wassen van Feyenoord. Dat is geregeld via de stichting van Giovanni van Bronckhorst. Zij brengen de schone shirts ook zelf naar het stadion. Dat zouden onze leerlingen maar wat graag doen!’
Tweede groep
De volgende stap voor samenwerking is inmiddels al genomen door met een nieuwe groep op het Olympia College te starten. Het gaat om leerlingen die komen van de eerder genoemde Internationale Schakelklas van De Hef. Intern begeleidster Mandy de Jong is ook hier nauw bij betrokken. ‘De twee leerlingen die vorig jaar met kerst al konden doorstromen, hebben ons op het idee gebracht. In de Internationale Schakelklas zitten vijftien leerlingen die het Nederlands nog niet zo goed beheersen. Ook dit is zo’n twijfelgroep. De kinderen zijn meestal te goed voor het zml-onderwijs, maar nog niet geschikt voor het praktijkonderwijs. We hebben besloten ook voor deze leerlingen te gaan samenwerken met het Olympia College, zodat ze het beste van twee werelden krijgen. We bieden ze vanuit de Herenwaard een tussenjaar, waarin ze extra taalvakken krijgen en mee kunnen doen aan het praktijkonderwijs. Ons doel is ze zoveel mogelijk door te laten stromen naar het praktijkonderwijs.’ Monique Helling voegt er tot slot aan toe: ‘We streven ernaar dat dit bij minimaal 50 procent van hen gaat lukken. We zijn in ieder geval allemaal zeer gemotiveerd om ook dit project te laten slagen.’