Vier dagen per week zit ze op VSO De Hoge Brug, maar een dag in de week gaat Sterre Tournier (15) naar Wolfert Pro. Daar loopt ze nu voor het tweede jaar op rij mee in de MAVO klas. Ze is de enige leerling met downsyndroom op de scholengemeenschap. Moeder Jacqueline: “Het is niet alleen heel goed voor Sterre’s ontwikkeling; de kinderen in de klas profiteren er ook van.”
Morgen is het vrijdag. En vrijdag betekent dat Sterre al vroeg wordt opgehaald door begeleider Marina en vanuit de gezinswoning in Schiebroek naar Wolfert Pro in Bergschenhoek fietst. Die fietstocht is het enige waar Sterre een beetje tegenop ziet - graag zou ze zien dat moeder Jacqueline haar met de auto brengt. Zoals een puber betaamt: liever lui dan moe. Los daarvan kijkt ze uit naar de vrijdagen.
“Vertel Karin eens wat je morgen gaat doen”, zegt Jacqueline. We zitten met elkaar op de loungebank in de zonovergoten achtertuin.
Sterre maakt aanstalten te antwoorden maar wordt plots afgeleid door de nagellak van de mevrouw die zojuist bij haar en haar moeder is komen zitten. “Mooie nagels”, constateert ze na een onderzoekende blik, en kijkt vervolgens naar haar eigen handen. “Mijn handen zijn klein. Toen ik bij mama in de buik zat waren ze nóg kleiner.” Ze giert het uit van de pret terwijl ze haar moeder - “de liefste van de wereld” - stevig omarmt.
“Morgen heb ik techniek. Daarna is het weekend.” Ze besluit: “En dán gaan we eindelijk op vakantie. Naar Italië.” Sterre is dol op vakantie.
“Het is toch vreemd om kinderen in hokjes te stoppen en ze bij elkaar te zetten?"
Hokjes
Het was altijd Jacquelines grote wens om Sterre, die het downsyndroom heeft, op een ‘normale’ school te krijgen. “Ik geloof dat een gewone omgeving het beste is voor haar ontwikkeling. Alles zo gewoon mogelijk en waar nodig passen we het voor haar aan.” Als orthopedagoog werkte Jacqueline jarenlang op de pabo. De school moet een afspiegeling van de wereld zijn, concludeerde ze gaandeweg, en dat vraagt om diversiteit in de klas. “Het is toch vreemd om kinderen in hokjes te stoppen en ze bij elkaar te zetten? We moeten hen juist leren omgaan met anderen, ze moeten zich tot elkaar kunnen verhouden - nu én later. Dat geldt evengoed voor Sterre.”
Sterre heeft het naar haar zin op Wolfert Pro en ligt goed in de groep. In de pauzes zit ze bij haar klasgenoten. Voor haar vijftiende verjaardag nodigden moeder en dochter zelfs alle dertig klasgenoten uit voor pizza. Jacqueline: “Iedereen kwam! En laatst was er ruzie tussen wat meiden in de klas. Maar ze zeiden; ‘we moeten het wel goedmaken, want morgen komt Sterre.’ Hartverwarmend vond ik dat.”
Sterre is ook geen moeilijk meisje, meent haar moeder. “Ze vindt het leuk als mensen op haar afkomen, als ze een praatje kan maken of mee mag kijken op een mobiel. Ze wil gewoon gezien worden.” Maar, benadrukt Jacqueline, passend onderwijs is wel nodig. “Je kunt een kind met downsyndroom niet zomaar in klas zetten en tegen de leraar zeggen: succes ermee! Kinderen met down hebben vaak de neiging tot weglopen, en Sterre was het eerste jaar op de basisschool nog niet zindelijk. Maar met een helpende hand lukt het prima.”
“Je loopt zo met je kind te leuren, je stuit op onbegrip en afwijzing. Daar heb ik weleens een traantje om gelaten”,
Handen en ogen
Desondanks bleek het moeilijk om Sterre geplaatst te krijgen. Dat begon al tijdens de zoektocht naar een basisschool. “Je loopt zo met je kind te leuren, je stuit op onbegrip en afwijzing. Daar heb ik weleens een traantje om gelaten”, herinnert Jacqueline zich. “Het is natuurlijk ook best spannend voor een school, om buiten de hokjes te denken en te kiezen voor een individueel leertraject - via de digitale weg - ten behoeve van de sociale integratie...”
Uiteindelijk doorliep Sterre de hele basisschooltijd op OBS De Wilgenstam (net als Wolfert Pro een school van BOOR). Marina, de vaste begeleider vanuit het persoonsgebonden budget, werd ingezet als extra paar handen en ogen. Jacqueline: “Er komen nog steeds weleens kinderen uit die tijd langs. Je zou denken dat dat niet stoer of cool is in de puberteit, maar ze doen het wél.” De ouders die Jacqueline sprak noemden Sterre een aanwinst voor de klas. “Kinderen met autisme leren door haar beter contact maken, of als je verdrietig bent - dan kun je altijd bij Sterre terecht.” Kortom: goed voor Sterre én goed voor de andere kinderen. Dus toen het einde van groep 8 in zicht kwam schreef moeder een brief naar de directeuren van verschillende scholengemeenschappen. “Mijn idee was Sterre te laten meedraaien in een havo/vwo of zelfs een gymnasiumklas, op eigen niveau en met een eigen leergang. Op praktijkscholen ís al zoveel begeleiding nodig, daar hebben ze geen ruimte om ook nog een leerling met downsyndroom te begeleiden. Op hogere onderwijsniveaus tref je daarentegen juist weer meer kinderen die de omgang met anderen lastig vinden.”
Wat volgde was een reeks vervelende gesprekken op scholen. Jacqueline: Ik kreeg eens te horen: ‘Maar mevrouwtje, dat kan toch niet? Weet u wel dat wij enge hoekjes op school hebben?’ Maar ik lever iemand mee die haar begeleid, zei ik dan. Ik ben niet bang. Ze waren zélf bang, durfden de verantwoordelijkheid niet aan.”
Prinses
Wolfert Pro durfde het wel aan. Sterker, ze waren enthousiast. “De docenten doen enorm hun best”, zegt Jacqueline. “Met techniek zijn ze nu aan het programmeren. ‘Er is ook een junior-versie’, zei de docent. ‘Als je die downloadt kan Sterre volgende keer meedoen.’ Hij helpt haar dan. Sterre heeft ook een eigen sommenblad, die kijkt de economiedocent dan na. Trots als een pauw is ze dan met een krul!” Als dingen op de juiste manier gebracht worden, kan ze veel onthouden, zegt Jacqueline. “Bij biologie leren leerlingen nu over het skelet. Marina neemt daar een simpel stukje van over. Sterre weet nu ook wat over beenderen en botten.”
En waar kan steekt Sterre zelf de helpende hand toe. Zo helpt ze haar medeleerlingen met knip- en plakwerk voor het landenproject. “Ze draait natuurlijk niet op hun niveau mee, maar waar het te combineren is, wordt er gecombineerd. En anders werkt Sterre zelfstandig aan begrijpend lezen, rekenen en topgrafie op haar eigen iPad.”
Wennen was het wel voor Sterre, twee nieuwe scholen. Grappig genoeg gold dat vooral voor het VSO. Jacqueline: “Dat was zo’n andere wereld; een kleine klas, twee leerkrachten, allerlei verschillende leerlingen die zorg behoeven… Zij was gewend aan een ‘prinsessenbehandeling’ - in groep 8 waren medeleerlingen erg lief en verzorgend. Ze kreeg vaak haar zin, haha!”
“Ze zeiden: ‘Hoe, dat weten we nog niet, maar we gaan volgend jaar met elkaar door.’”
Verlenging
VSO De Hoge Brug is verantwoordelijk voor de leerlijn. Zij waren wel even terughoudend, geeft Jacqueline toe, maar inmiddels zijn zij - net als de onderwijsinspectie en Stichting Passend Onderwijs - razend enthousiast over de regeling. Het eerste jaar was er frequent overleg tussen De Hoge Brug en Wolfert Pro, nu is dat nog tweemaal per jaar. Jacqueline is bij elk overleg aanwezig. De regeling met Wolfert Pro zou in principe voor twee jaar duren, vertelt ze. “Daarna begint de bovenbouw en is de klas niet meer stabiel.” Toch waagde ze het erop en vroeg of er - heel misschien - toch nog nagedacht kon worden over een eventuele verlenging. Als het goed gaat, waarom zou je dan immers stoppen? En… Wolfert Pro zegde toe. Jacqueline: “Ze zeiden: ‘Hoe, dat weten we nog niet, maar we gaan volgend jaar met elkaar door.’”