HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Onderwijs naar de voorgrond in de sector speciaal onderwijs

10 december 2019  |  tekst: Dorieke Hammink

Het speciaal onderwijs van BOOR (BOOR Speciaal) maakt een grote verandering door. De sector is zich anders aan het organiseren. Waar voorheen de zorg voor kinderen vaak leidend was voor de organisatie van de school, wil de sector nu het onderwijs meer en meer leidend laten zijn. Dat betekent: denken vanuit de mogelijkheden van de leerling. Kan deze leerling – met wat ondersteuning – aan de slag in een betaalde baan? Kan deze leerling een diploma halen in het vervolgonderwijs? Op welk niveau kan deze leerling activiteiten uitvoeren in een programma voor dagbesteding? “Meedoen en van waarde zijn voor de samenleving, is voor ieder mens belangrijk” vertelt Karen Stipdonk, programmaleider Dagbesteding binnen BOOR Speciaal. “Een leerling in het speciaal onderwijs heeft misschien wat extra ondersteuning nodig, maar moet net als ieder ander kansen krijgen op een zo normaal mogelijke plek in de maatschappij”.

 

De buitenwereld mag het weten

Sinds dit schooljaar is Karen samen met haar collega’s Gitte Nagel (Arbeid) en Esther Snippe (Vervolgonderwijs) aan de slag om binnen de sector te verbinden en samen de uitstroomprofielen meer en meer van inhoud te voorzien. “Onze belangrijkste ambitie is dat onderwijs op de voorgrond komt te staan. De zorg moet het onderwijs volgen, in plaats van andersom. Dat is best wel een omslag. Van oorsprong zijn we als sector snel wat beschermend en omarmend richting onze leerlingen. We willen nu echt meer aan de buitenwereld gaan laten zien waar onze leerlingen goed in zijn.” Karen haalt een interview aan uit NRC met filmmaker Mari Sanders. “Hij zit in een rolstoel en hij doet gewoon alles. Hij zegt: ik word maar overal zielig gevonden, maar ik kom er wél. Hij vindt dat hij veel te beschermd is geweest, in een wereldje apart is opgegroeid waarin erg voor hem gezorgd werd. Hij wil juist een zo normaal mogelijk leven leiden. Dat is inspirerend.”

 

Karen vertelt over haar ervaring met leerlingen in het cluster 4 onderwijs. “Veel van hen die vanuit het regulier onderwijs de overstap maken naar het speciaal, doen dat met een gevoel van degradatie of afwijzing. Alsof ‘het’ niet gelukt is. En dan komen ze erachter dat het op het speciaal onderwijs wél gaat lukken. Dat ze gewoon een diploma kunnen halen, en door kunnen stromen naar het mbo. De beeldvorming is vaak dat de kansen van leerlingen minder zijn, maar dat ís gewoon niet zo.”

 

 

“Een leerling in het speciaal onderwijs moet net als ieder ander kansen krijgen op een zo normaal mogelijke plek in de maatschappij”

 

Aan de slag

De eerste maanden bij BOOR hebben de programmaleiders gebruikt om de organisatie te leren kennen en verschillende projecten op te zetten of door te ontwikkelen. “Gitte werkt al heel wat jaartjes bij BOOR, zij heeft vanuit haar vorige functie als afdelingsleider op VSO Herenwaard en haar betrokkenheid bij de Arbeidsschool van BOOR al verschillende projecten lopen. Ze is enorm ondernemend en gaat volop de boer op. De Doorstroom is bijvoorbeeld zo’n project, waarbij leerlingen met een tuktuk langs verschillende organisaties gaan om koffie te verkopen. Of de Job Academie, waar leerlingen worden opgeleid om de overgang van school naar werk zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Job Academies draaien op dit moment in het Vlietland Ziekenhuis, verzorgingstehuis Rijckehove en op basisschool Harbour Bilingual.”

 

Als het gaat over het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs, willen de programmaleiders steeds meer samenwerking realiseren met het regulier onderwijs. Karen: “Dat is een enorme kans voor onze leerlingen. Sinds november zijn bijvoorbeeld twee docenten van de Hugo de Groot naast hun baan op hun eigen school ook in het vso aan het werk, om daar het aanbod uit te breiden met meer expertise van tweede- en eerstegraads docenten. Ook loopt er een mooi cultuurproject waar zowel leerlingen van de Mythylschool De Brug als leerlingen van Wolfert Dalton in participeren.” In dit project werken leerlingen uit de vierde klas van beide scholen samen met het Nederlands Fotomuseum, Theater Walhalla en verhalenhuis Belvedere aan een theaterstuk. Het gaat over het effect van oorlog op de maatschappij in het verleden, heden en toekomst. De Mythylschool heeft voor dit project de Kunstkabelprijs 2019 toegekend gekregen.

 

Mogelijkheden vergroten

Voor leerlingen die na het speciaal onderwijs uitstromen naar een programma van dagbesteding, zijn weer andere opties interessant. “We kijken niet alleen naar welke vorm van dagbesteding passend is voor de leerling als hij eenmaal van school af komt, maar ook hoe we zijn mogelijkheden nu al kunnen vergroten. Op drie van onze scholen lopen leerrechtpilots. Dat zijn programma’s voor kinderen die door hun beperkingen vrijstelling hebben van onderwijs. In samenwerking met de kinderdagcentra, waar zij opvang krijgen, bieden wij hen nu ook onderwijs op onze locaties. De pilots zijn alledrie net iets anders georganiseerd, maar in de kern zijn het alle drie voorbeelden van een mooie samenwerking tussen zorg en onderwijs.”
Deze samenwerking is ook zichtbaar bij de nieuwbouw aan de Hazelaarweg, waar straks de Mythylschool, de Tyltylschool én Rijndam revalidatie onderdak zullen vinden. “Natuurlijk is de samenwerking binnen één gebouw al heel prettig, maar we lopen ook een gezamenlijk missie- en visietraject, zodat we echt met elkaar ons idee bepalen over hoe onze samenwerking van meerwaarde kan zijn voor de leerlingen.”

 

Het steeds meer zichtbaar maken van wat leerlingen in het speciaal onderwijs kunnen, daar lopen de programmaleiders warm voor. “Een collega van de Tyltylschool [school voor meervoudig gehandicapte kinderen, red.] kwam laatst met een mooi idee. Waarom zou een kleuter van de Tyltylschool niet op woensdagochtend in het eigen dorp naar school kunnen gaan? Nu komt het kind elke dag naar de stad, het zou goed zijn als het ook in de eigen omgeving vertrouwd raakt. Het kind zelf met de ander, maar ook de ander met hém. Als kinderen samen opgroeien, dan komt die vertrouwdheid vanzelf. Het grootste deel van het aanbod voor kinderen in het speciaal onderwijs ligt buiten hun leefomgeving. Hoe kun je ook iets binnen de eigen leefomgeving laten plaatsvinden? Dat vind ik mooie ideeën, dat zijn zaken die ons bezighouden.”

 

Het is wel duidelijk: over BOOR Speciaal zijn we nog lang niet uitgepraat. In een volgende editie meer over de ontwikkelambitie van de sector!

Speciaal onderwijs is onderwijs voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of stoornis. Deze kinderen krijgen in het speciaal onderwijs meer en andere aandacht en ondersteuning dan in het reguliere onderwijs.

 

Het speciaal onderwijs heeft vier categorieën, die clusters worden genoemd:

  • Cluster 1: blinde, slechtziende kinderen
  • Cluster 2: dove, slechthorende kinderen
  • Cluster 3: gehandicapte (verstandelijk beperkt, meervoudig beperkt, lichamelijk beperkt) en langdurig zieke kinderen
  • Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen

Er zijn zeven scholen met meerdere locaties voor speciaal onderwijs bij BOOR, waar zo’n 2075 leerlingen onderwijs krijgen. Ongeveer 50% van de leerlingen stroomt uit naar vervolgonderwijs, 27% naar dagbesteding en 23% naar arbeid.

REACTIES ONDERWIJS NAAR DE VOORGROND IN DE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS

Henny Timmermans
10 december 2019
Mooi werk meiden, trots op je Gitte????
Lieve groet, Henny Timmermans
Henny Timmermans
14 januari 2020
Ik volg jullie en ben super blij dat jullie de visie van de grondleggers volgen en uitvoeren!
Want daar hebben veel bewogen mensen zich voor in gezet!
Trots op de nieuwe generatie speciaal onderwijs!

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen