HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Afscheidsinterview met Anne de Visch Eybergen

“Als je iets wilt bereiken in Nederland, is onderwijs dé route”

02 maart 2020  |  tekst: Dorieke Hammink  |  fotografie: Jantine Muilwijk

Het is een zonnige februaridag als we Anne de Visch Eybergen treffen in haar kamer aan de Schiekade bij BOOR. Ze is aan het opruimen. Kasten staan open, mappen liggen half opengeslagen. Er ontstaat een stapeltje papieren voor de shredder. Als je het zo beziet, zou je niet zeggen dat zes jaar geschiedenis besloten ligt in deze kamer. En toch is dat precies wat er aan de hand is, want Anne neemt afscheid van BOOR. We grijpen nog één keer de kans om met haar terug te blikken op haar jaren in het Rotterdamse onderwijs.

 

Start in Rotterdam

De afgelopen zes jaar waren niet Annes eerste kennismaking met het Rotterdamse onderwijs. Op zesjarig leeftijd kwam zij vanuit Indonesië naar Nederland. “Het was in de winter van 62/63” vertelt Anne. “En het was een strénge winter. Bij aankomst stond ik te rillen in mijn zomerjurkje. We werden als gezin opgevangen in een soort barakken in Bennekom, waar we een maand hebben gezeten. Mijn vader mocht vervolgens kiezen waar we wilden wonen. Hij koos Rotterdam. Vooral vanwege de werkgelegenheid, het waren goede jaren om aan werk te komen.”

 

Het eerste jaar woonde het gezin in een pension, met zijn zessen op veertig vierkante meter. “Ik kan niet anders zeggen dan dat het een enorme cultuurshock was. In het begin had ik het ook niet makkelijk op school. Ik had een taalachterstand. Mijn moeder las elke dag samen met mij na schooltijd. Je ziet in die eerste paar jaar mijn Nederlandse taal omhoog schieten. Stond ik in klas één nog een vijf, in klas drie was dat een negen. Misschien heb ik daarom wel een zwak voor onze ISK-leerlingen (leerlingen uit de Internationale Schakelklas, red.). Zij spreken nauwelijks Nederlands, maar als ze gemotiveerd zijn zie je ze snel veel vooruitgang boeken.”

 

Het basisonderwijs volgde Anne op openbare basisschool De Fakkel (“Die school bestaat niet meer”), en de middelbare op de Johan van Oldebarneveldschool. “Pas toen ik naar de gemeentelijke pedagogische academie ging kwam ik aan de noordkant van de stad. Het was echt een andere tijd. De stad is veranderd, er is een andere sfeer, het is grootser, mondialer. In mijn jeugd was mijn wereld, ondanks het wonen in de stad, toch klein. En voor veel kinderen is dat helaas nog steeds het geval. Het is voor mij evident dat in het huidige onderwijs het thema wereldburgerschap volop aandacht moet krijgen.”

 

Onderwijs als rode draad

Na haar opleiding in Rotterdam te hebben afgerond vertrok Anne naar Amsterdam, waar ze veertien jaar woonde, studeerde en werkte. “Dat is ook de reden dat ik van beide steden hou. Amsterdam was destijds de place to be, dáár wilde ik heen, mijn vleugels uitslaan.” Haar carrière volgde een wervelend pad, met als rode draad altijd het onderwijs. “Ik heb vele kanten van het onderwijs gezien, als beleidsmaker, onderzoeker, leidinggevende en bestuurder. Het onderwijs heeft me altijd gefascineerd en aangesproken. Juist vanwege mijn achtergrond; ik zag al snel dat als je wat wilde bereiken in Nederland, onderwijs daarvoor dé route zou zijn. Zo werden wij ook opgevoed, mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd om heel hard te werken op school.”

 

Zes jaar geleden keerde Anne terug in het Rotterdamse, dit keer om een plek in te nemen in het college van bestuur van BOOR. “Als je er middenin zit, is het soms lastig te zien welke enorme stappen de organisatie heeft gezet in deze jaren. Maar toen ik bij BOOR begon was het écht heel anders. Velen zullen zich nog herinneren dat het een heel spannende tijd was. De financiën moesten op orde worden gebracht, een enorme klus die met pijn en stevige discussies gepaard ging. Mijn portefeuille was het voortgezet onderwijs, en ik herinner me de eerste overleggen met de rectoren als behoorlijk scherp van toon. We hebben aan onderling vertrouwen moeten bouwen. Dat kost tijd, maar als ik nu naar ons voortgezet onderwijs kijk, zie ik een club waar men er voor elkaar is. Discussies zijn openhartig, men helpt elkaar. En dat gebeurt vanuit een grondhouding van onderlinge solidariteit, samenwerking en openheid. Daardoor hebben we daadwerkelijk stappen kunnen maken.” Met als kers op de taart, aldus Anne, dat alle scholen in het voortgezet onderwijs van BOOR op dit moment minimaal voldoende zijn volgens de inspectienormen.

 

Dat vertrouwen een kernwoord is voor Anne, werd nog eens duidelijk toen zij onlangs afscheid nam van de rectoren. “Eigenlijk iedereen gaf terug dat zij vertrouwen hebben ervaren in onze samenwerking. En dat vind ik ook heel belangrijk. In mijn opvatting kun je pas goed leidinggeven als je een band hebt met mensen. Dat is iets wederkerigs; als je wilt dat mensen zich aan jou binden, moet je je eerst aan hen binden.”

 

Verrast

Een paar maanden na haar aantreden bij BOOR kreeg Anne de sector speciaal onderwijs onder haar hoede. De enige onderwijssector die zij nog niet kende. “Deze sector heeft mij enorm verrast”, zegt Anne. “Om allerlei redenen. Wat mensen bijvoorbeeld vaak niet doorhebben, is wat een enorme verschillen er zijn tussen de scholen wat betreft doelgroep en aanpak. Het maakt veel verschil of je op een mythyl- of tyltylschool werkt, of bijvoorbeeld op een Passer College. Wat me ook heeft verrast is de complexiteit van de regelgeving en de verwevenheid met zorg op de scholen. De regelgeving doorgrond ik nog steeds niet helemaal. En er wil nog wel eens wat wijzigen op dat gebied. We maakten de afgelopen jaren zowel de decentralisatie van de jeugdzorg als het passend onderwijs mee, met grote effecten in het regulier en speciaal onderwijs. Als we niet oppassen worden leerlingen, vooral de meest kwetsbare, hiervan de dupe. En dat willen we met zijn allen voorkomen.”

 

Het meest verrast werd Anne door de mensen die zij tegenkwam in de sector. “In de eerste plaats omdat zij zo begaan zijn met de leerlingen. Zij zetten zich werkelijk met hart en ziel in. En ook omdat er zoveel ondernemingszin is in het speciaal onderwijs. Ik zie hoe de scholen de verbinding leggen met de buurt, bijvoorbeeld door een winkeltje, een wasserij of door het verzorgen van een maaltijd. Het is prachtig om te zien.” Anne prijst de landelijke ontwikkeling in het speciaal onderwijs, waarbij de omslag is gemaakt van denken vanuit de beperking van de leerling en ‘de zorg voorop’, naar denken vanuit de mogelijkheden van de leerlingen en ‘het onderwijs voorop’. “Bij ons heeft dat in de sector geleid tot de drie uitstroomprofielen vervolgonderwijs, arbeid en dagbesteding. Dat is een grote verandering, maar het gaat goed.”

 

Alles dichtbij

We blikken in het gesprek niet teveel vooruit, want – zo zegt Anne – “Ik vind dat je niet moet proberen om over je graf heen te regeren.” Ze is trots op waar de organisatie nu staat. “Als ik kijk naar de sectoren, dan gaat het goed. Er is meer rust dan toen ik kwam. En kijk ik naar de wereld om ons heen, dan zie ik veel meer vertrouwen in de organisatie, en in BOOR als partner.” Haar nieuwe uitdaging ligt in het oosten van het land, bij schoolbestuur Achterhoek VO. Lachend: “Mensen zeggen steeds: wat ga je toch ver weg, hoe moet dat met de reisafstand. Maar we zijn maar zo’n klein landje! Als ik dat vergelijk met Indonesië, de uitgestrektheid, de afstanden. Dan zeg ik: hier is alles dichtbij.”

REACTIES AFSCHEIDSINTERVIEW MET ANNE DE VISCH EYBERGEN

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen