Een feestje was het, de Nacht van het Onderwijs in KINO op 31 maart. Met de sprankelende voorstelling ‘De Rotterdamse leraar makes it happen!’ van Hofplein Theater Rotterdam in de reprise was de toon meteen gezet. Lezingen, films, muziek en debat, met een glas wijn in de hand kon de festivalbezoeker annex onderwijsprofessional overal in- en uitlopen om op meer of minder actieve wijze Rotterdam Onderwijsstad 2017 te beleven.
Met de keiharde beat en het mooie refrein ‘Weet je wat het is, nou. Ik voel me sexy voor de klas’ van het openingslied van de voorstelling ‘De Rotterdamse leraar makes it happen!’ in je achterhoofd serieus een lezing bijwonen is best een lastige opgave. Toch wist Paul Ketelaars, partner Mecanoo architecten, de aandacht vast te houden met zijn lezing De stad als leeromgeving. Terwijl we steeds meer kijken naar de behoefte van het individuele kind en het onderwijs streeft naar onderwijs op maat zitten we vaak nog steeds in dat ene klaslokaal met z’n allen op een kluitje. Dat moet anders, betoogde hij.
Statisch klaslokaal vs. inspirerende leeromgeving
De ontwikkelingen in het onderwijs vragen niet alleen andere lesvormen, maar ook een andere inrichting van het schoolgebouw. “Het inhoudelijke onderwijsvak richt zich steeds meer op personaliseren van educatie. De docent heeft een andere rol gekregen en is de coach die naast de leerling staat en hem stimuleert en motiveert. Intussen staat de docent nog wel in hetzelfde klaslokaal van pakweg 50 m2 met dertig leerlingen erin. De samenleving en de technologie kennen een dynamiek en snelheid die volledig ontbreekt in het klaslokaal, dat als leeromgeving statisch is en waar de ontwikkeling stilstaat. Een gebouw is nu eenmaal vaak gemaakt voor twintig, dertig jaar, een lange periode waarin het lastig is om veranderingen aan te brengen.”
Multifunctionele ruimtes
De ideale leeromgeving vind je niet binnen de muren van het traditionele klaslokaal, hield Ketelaars zijn gehoor voor en gaf een boeiende uiteenzetting over de inrichting van de school als dynamische multifunctionele ontmoetingsplek. Indrukwekkende tekeningen en plattegronden onderstreepten zijn betoog. De moderne school van de toekomst heeft steeds minder klaslokalen en bestaat uit drie zones, oplopend in geslotenheid. Een sociale zone voor ontspannen en ontmoeten, een samenwerkingszone voor overleg en lesgeven en een concentratiezone voor studeren. De architect: “Functies lopen steeds meer door elkaar heen en kunnen afwisselen. Dit heeft gevolgen voor de schoolomgeving. Stel jezelf de vraag: Wat is de rol van het klaslokaal en wat heb ik nodig om tegemoet te komen aan diversiteit in leren en ontwikkelen?”
Elke school in een nieuw multifunctioneel schoolgebouw is praktisch niet te realiseren. Een belemmering hoeft dat niet te zijn, aldus Ketelaars. “Je kunt ook kijken hoe je je huidige schoolgebouw kunt aanpassen om tegemoet te komen aan de individuele vraag van de leerling. Een muur eruit slopen en een stuk gang erbij betrekken, kan al helpen om extra ruimte te creëren waardoor een meer divers gebruik mogelijk wordt.”
Onderwijs in stedelijke context
Initiatiefnemer van Rotterdam Vakmanstad Henk Oosterling boeide zijn gehoor met zijn verfrissende kijk op de betekenis van onderwijs. “Essentieel is dat kinderen snappen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze doen. Hun keuzes en hun gedrag hebben effect op anderen. Ik spreek liever over interviduen dan individuen. Als mens zijn we een knooppunt in netwerken, we zijn burgers in een netwerksamenleving en onderdeel van een groter geheel. Daarom is aandacht voor Bildung complete onzin. We moeten kinderen 21e eeuwse vaardigheden aanreiken waarmee ze als bewuste burger in de samenleving kunnen functioneren.”
Actief burgerschap
Zijn pleidooi voor bevorderen van actief burgerschap om kinderen met een minder kansrijke achtergrond een beter perspectief op een goede baan te geven viel in goede aarde in de zaal waar het een gezellig komen en gaan was van toehoorders. Op vier scholen in Rotterdam Zuid wordt zijn initiatief in praktijk gebracht. Leerlingen krijgen boven op het reguliere programma wekelijks zes uur judo of aikido, koken, tuinieren, techniek en filosofie. Oosterling: “Zelfrespect, hun interesse wekken, relaties opbouwen, leren dat niet alles vanzelfsprekend is, ergens voor moeten knokken en verantwoordelijkheid dragen. Het kan om kleine dingen gaan: weten waar je eten vandaan komt en weten wát je eet. Als je niet genoeg beweegt dan gaat je concentratie achteruit. Nadenken over hoe de wereld in elkaar zit. Allemaal hartstikke belangrijk. In plaats van passief consumptief gedrag stimuleren we jongeren om actief producentengedrag te ontwikkelen.”
Holbewoners
Na deze twee spannende sessies volgde het Grote Onderwijsdebat later op de avond over De Perfecte Leraar, met interviews met wethouder van Onderwijs Hugo de Jonge en Jaap Versfelt van Stichting leerKRACHT. De start verliep vlotjes, met de vraag van Journaallezer en presentator van de avond Winfried Baijens aan drie willekeurige bezoekers in de volle zaal naar hun relatie met het onderwijs. Een enthousiaste medewerker van BOOR riep dat ze bij de ‘gaafste organisatie’ werkte en een invalleerkracht van basisschool De Korf in Delfshaven deelde spontaan haar mooiste moment van die dag met het publiek. Een meisje met een Marokkaanse achtergrond had bij de afsluiting van een schoolproject over Vroeger en Nu haar niet zo volmaakte Nederlands perfect ingezet om het gebrekkige taalgebruik van holbewoners te laten horen. Zo blijft ook de dagelijkse onderwijspraktijk een rijke bron van inspiratie!