HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Rotterdams rekenonderwijs

‘Een goede basisbeheersing van rekenen betekent zoveel voor je leven'

17 oktober 2019  |  tekst: Irene Hemels

Goed kunnen rekenen is van onschatbare waarde. De grote verscheidenheid waarmee leerlingen de school binnenkomen is een grote uitdaging voor leerkrachten in het basisonderwijs. Het rekennetwerk van BOOR voor rekencoördinatoren vormt een bron van kennis en praktische informatie die leerkrachten moet helpen bij hun uitdagende taak.

 

Een goede basisbeheersing van rekenen betekent zoveel voor je leven, vertelt Lorenzo Zarkovic, onderwijsadviseur kwaliteitszorg bij BOOR. “Wil je uit de voeten kunnen in de samenleving dan moet je met geld kunnen betalen, moet je tabellen kunnen lezen. Ook als je bijvoorbeeld een hypotheek wilt moet je een goede keuze kunnen maken en daarvoor is rekenen onontbeerlijk.”

 

De grote diversiteit in leerlingenpopulatie is een uitdaging voor het Rotterdamse onderwijs, vult collega Mariëlle Rijsmus aan. “Leerlingen die op vierjarige leeftijd de school binnenkomen hebben allemaal een ander instapniveau. De verschillende niveaus waarop leerlingen instromen vraagt een gedifferentieerde aanpak van leerkrachten. De ene leerling is zich bewust van de waarde van getallen en kan hoeveelheden aangeven, terwijl een andere leerling moeite heeft met de telrij opzeggen. Gelijke kansen creëren voor al deze kinderen is een uitdaging waarvoor we staan. Het is onze opdracht om ervoor te zorgen dat alle kinderen met een voldoende rekenbeheersing de school verlaten.” Zarkovic: “Er zijn kinderen die op school komen en nog niet kunnen tellen, terwijl anderen juist heel ver zijn. Er zijn kinderen van vier jaar die sommen onder de twintig kunnen maken. Andere vierjarigen hebben geen idee wat het allemaal betekent.”

 

Vaste kern

Om aandacht te vragen voor goed rekenonderwijs werd op initiatief van twee rekencoördinatoren van één van de BOOR-scholen in 2017 een rekennetwerk voor rekencoördinatoren opgezet. Rekencoördinatoren zijn leerkrachten die zich gespecialiseerd hebben op het terrein van rekenen. In het rekennetwerk kunnen zij kennis delen, ervaringen uit te wisselen en theorie te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Lorenzo Zarkovic: “Een vaste kern van medewerkers van de verschillende scholen is hierbij betrokken en komt regelmatig bij elkaar om problemen en uitdagingen te bespreken. Dat kan zijn dyscalculie, maar ook automatiseren en verlengde instructie. Uit dit netwerk vloeien weer professionele leergemeenschappen (plg’s) voort waarin kleine werkgroepen praktisch aan de slag gaan met een bepaald onderwerp. Zo is een kijkwijzer verlengde instructie ontwikkeld als handreiking voor ib’ers en rekencoördinatoren om hun leerkrachten te begeleiden.”

 

Mariëlle Rijsmus: “De kracht van het rekennetwerk is dat mensen bij elkaar komen rond een door henzelf aangedragen onderwerp. Iedereen voelt zich vrij om daarover met elkaar in gesprek te gaan. Er vindt uitwisseling plaats van ervaringen en door deze interactie kom je op nieuwe ideeën. De besproken onderwerpen zijn breed. Iemand gebruikt bijvoorbeeld bepaalde materialen die je mag lenen om uit te proberen. Een school geeft vorm aan een rekendoel op basis van SLO doelen in plaats van werken met een specifieke rekenmethode en daarover ga je met elkaar in gesprek. Voor iedereen die een nieuwe stap wil zetten is het rekennetwerk een bron van kennis en informatie die vaak heel praktisch toepasbaar is. Je neemt immers deel vanuit je eigen ervaring en praktijksituatie.”

 

Basissituatie leerling in kaart brengen

Zarkovic en Rijsmus hopen dat meer rekencoördinatoren en ib’ers zich aansluiten bij het rekennetwerk want zij zijn degene waarop de leerkracht, als spil bij de verbetering van rekenonderwijs, terug kan vallen. Zarkovic: “Voor de leerkracht is het allerbelangrijkste om de basissituatie van de leerling in kaart te brengen, dit te duiden en te interpreteren en goed te zien welke gaten er gedicht moeten worden.”

 

Rijsmus: “Als er een gat is tussen wat het kind beheerst als het op school komt en het reguliere curriculum is het voor de leerkracht een uitdaging ervoor te zorgen dat dit gat gedicht wordt, door ervoor te zorgen dat de leerling in de zone van naaste ontwikkeling komt. Het is van belang dat iedere leerling op zijn eigen niveau wordt bediend en meegenomen naar het niveau dat van hem of haar verwacht wordt. Scholen krijgen de mogelijkheid in het rekennetwerk dit soort onderwerpen te bespreken. Waardoor de rekencoördinatoren handvatten krijgen om leerkrachten te ondersteunen wanneer zij hierover een vraag hebben.”

 

Samenwerking schoolbesturen

In de toekomst sluiten de onderwijsadviseurs samenwerking met andere schoolbesturen rond het onderwerp rekenen niet uit. Zarkovic: “Ook andere schoolbesturen zijn bezig met de kwaliteit van het rekenonderwijs. Om zoveel mogelijk zienswijzen en ervaringen met elkaar te delen denken we dat het goed is om ook verder te kijken dan alleen de BOOR-scholen onderling. Misschien pakken wij het als BOOR-scholen op een bepaalde manier aan, terwijl dat elders heel anders gebeurt. Het kan goed zijn om de leergemeenschap te verbreden.”

 

 

Jong Rotterdams rekentalent

Vasily Vaganov (9) won afgelopen maart de nationale rekenwedstrijd Kangoeroe in zijn leeftijdscategorie. Hij zit op basisschool De Plevier. “Ik hou van moeilijke sommen. Rekenen is mijn leukste vak op school. De wedstrijd was best een leuke uitdaging. Na afloop dacht ik: ik ben de beste van Hoogvliet of de beste van Rotterdam. Dít had ik niet verwacht!”

 

‘Voortoetsen geven beter beeld leerlingen’

Basisschool De Plevier in Hoogvliet heeft jaarlijks een speciale rekendag ‘om kinderen te laten ervaren hoe leuk rekenen kan zijn’, vertelt adjunct-directeur Janneke Westra. “Komend schooljaar focussen wij ons als team extra op dit onderwerp. We zijn met een nieuwe rekenmethode gestart die het traditionele en realistische rekenen mixt. We zetten zwaar in op het traditionele rekenen om kinderen een hele goede basis mee te geven en pas daarna maken we uitstapjes naar verhalende of contextsommen. Dat werkt bij onze leerlingen het beste. Onze ervaring is dat contextsommen kinderen juist heel erg kunnen frustreren als zij de basis nog niet hebben geautomatiseerd.”

 

Positieve boost

Voortoetsen is een manier om differentiatie toe te passen en per doel te bekijken of instructie nodig is in plaats van per blok. De Plevier overweegt om voortoetsen schoolbreed in te voeren. “Je krijgt een beter beeld van waar kinderen staan en kunt de lessen inrichten op basis van wat leerlingen al kunnen. Voor kinderen werkt dit heel stimulerend. Leerlingen die altijd in de instructiegroep zitten, horen op die manier ook eens ‘jij mag doorwerken’ en dat geeft een positieve boost.”

REACTIES ROTTERDAMS REKENONDERWIJS

A.G. Vroom
25 oktober 2019
Reken motivatie/prestatie van leerlingen kunnen heel eenvoudig verbeterd worden als de onderwijs instelling (reken docent) een reken wedstijd binnen haalt. bv kangoeroe.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen