Van de brugklas tot de bovenbouw elke week een lesuur lang aandacht voor relationele en seksuele vorming; VSO De Hoge Brug doet het én het leverde de school de Lang Leve Liefde Award op 11 februari werd de prijs feestelijk in ontvangst genomen. Tijd voor een kennismaking!
Anno 2020 is het belangrijker dan ooit om jongeren bewust te maken van hun seksuele identiteit, en van hun wensen en grenzen ten aanzien van het onderwerp. Niet voor niets is het een verplicht lesonderdeel op álle scholen in Nederland. Maar VSO De Hoge Brug, een school voor voortgezet onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen, gaat een flinke stap verder.
Kwetsbare groep
Aandacht voor sociale ontwikkeling en lichamelijk besef is altijd een belangrijke pijler geweest op De Hoge Brug. Het is dan ook niet verrassend dat een lesprogramma gericht op relationele en seksuele vorming - kort-weg RSV genoemd - juist hier zo goed van de grond kwam.
Het was directeur Jeroen Platteschorre die tien jaar geleden besloot om het thema seksualiteit stevig in het onderwijs neer te zetten. “We werken hier met een kwetsbare groep jongeren”, vertelt hij als we hem spreken in de kantine van de school aan de Rotterdamse Hillegondastraat. “Onze doelgroep zijn leerlingen in de leeftijd van 12 tot 20 jaar met een verstandelijke beperking en eventueel een bijkomende problematiek, zoals ASS, PDD-NOS, ADHD, epilepsie of andere syndromen. Voor hen is het aangeven van grenzen vaak nog lastig. Kennisoverdracht, leren over je lijf en over seksualiteit, maar ook het trainen van weerbaarheid, is dus heel belangrijk.”
Hoewel seksuele vorming voor alle scholen een verplicht lesonderdeel is, staat het scholen vrij hoe dit in te vullen, benadrukt Jeroen. “Je ziet dat sommige scholen het integreren in bijvoorbeeld een biologieles of tijdens een themaweek als lentekriebels. Wij besloten er daarentegen een wekelijks terugkerend lesonderdeel van te maken, dat leerlingen volgen van de eerste klas tot ze de school verlaten. Op die manier krijgt iedere leerling hetzelfde lesprogramma aangeboden en zijn ze niet afhankelijk van welke docent ze toevallig hebben, en of diegene zich fijn voelt bij het geven van de stof. Twee vaste docenten bieden een enorme meerwaarde.”
Ja/nee-gevoel
Die docenten zijn op dit moment Danize van der Doorn-Kuperus en Katja Verwijs-van der Kruk. Katja (naast RSV-docente ook dansdocent) geeft les aan de onderbouw, Danize (ook yogadocente) aan de midden- en bovenbouw. Om het programma goed te kunnen aanbieden, hebben de docenten een speciale opleiding gevolgd van de RINO (opleidingen, cursussen en trainingen voor alle werkterreinen en beroepen in en rond de ggz, red.): seksuele gezondheid bij mensen met een verstandelijke beperking. Danize: “Daarnaast wonen we regelmatig diverse seminars bij en hebben we vele workshops en bijscholingsdagen gevolgd."
RSV gaat zeker niet alleen of meteen over seks, vertelt Katja als ze zich in de kantine bij het gesprek voegt. “In de onderbouw ligt de focus vooral op vriendschap en relaties. Hoe ga je met elkaar om, hoe wil je dat anderen met jóu omgaan? En we praten met elkaar over het lichaam, over wat er met je lichaam gebeurt als je in de puberteit komt.”
Wat ook veelvuldig aan bod komt, is het ja/nee-gevoel. Katja: “Leerlingen leren ontdekken en aangeven wat ze wel en niet fijn vinden. Dat gaat dan in de eerste fase vaak over muziek, sport, kleding of smaak van eten. Maar vervolgens ligt de focus ook op prettige en onprettige aanrakingen, het leren kennen van jezelf en dit durven uiten. Leerlingen gaan ervaren dat anderen dingen anders kunnen ervaren dan zijzelf.”
Ook Katja benadrukt het aspect van weerbaarheid: “Op een gegeven moment weten leerlingen echt wel wat ze wel en niet willen, maar als puntje bij paaltje komt kan het gevoel de overhand nemen. Daarom blijven we het herhalen, dan slijt het erin. De leerlingen die iets naars hebben meegemaakt, en voor wie seksualiteit een extra beladen onderwerp is, krijgen - indien er behoefte aan is - individueel les.”
Briefje in de doos
Gijs is veertien jaar en zit in de brugklas. Hij is dus nog maar net begonnen met RSV, maar het zijn zonder twijfel zijn favoriete lessen. “Laatst ging het over verliefdheid. Sommige jongens vallen op meisjes, anderen op jongens of op allebei. En meisjes kunnen verliefd zijn op meisjes, of transgender zijn. Daar praten we over in de klas, dat je zelf mag kiezen wat je bent en op wie je verliefd wordt.”
Op dit moment gaan de lessen over het lichaam, vervolgt hij. “Toen alle onderdelen van het geslacht benoemd werden, was dat in het begin best een beetje grappig, maar het werd al snel gewoon. Wat helpt, zijn de regels tijdens de les. Zo mag er bijvoorbeeld gelachen worden, maar we lachen elkaar niet uit. En alles wat in de klas besproken is, gaat niet naar buiten. De meeste kinderen houden zich daaraan.”
Gijs praat thuis openlijk over seksualiteit, maar hij realiseert zich dat dat niet voor iedereen geldt. “Juist voor hen is het fijn dat ze op school zo’n plek hebben. Sommige klasgenoten durven thuis niet te praten over bijvoorbeeld seks of homoseksualiteit.”
En voor wie het lastig blijft om tijdens de les iets bespreekbaar te maken, is een oplossing voor handen. Gijs: “Je kunt altijd je hand opsteken, maar als je dat moeilijk vindt, mag je ook een anoniem briefje in de RSV-doos doen. Dan komt het de week erop aan bod.”
Insta
De lessen werpen hun vruchten af. Katja: “Hier op school is openlijk praten over relaties en seksualiteit heel normaal. Leerlingen weten de weg ook te vinden naar docenten als ze ergens over willen praten. Natuurlijk, voor leerlingen die net op school zitten, is het soms best even een drempel, maar anderen vinden het gelijk fijn en hebben veel vragen. Uiteindelijk doet bijna iedereen enthousiast mee.”
Danize heeft nog iets anders toe te voegen. “Kijk eens naar de huidige Instagram cultuur; iedereen lijkt een supermodel te zijn: het perfecte plaatje. Jongeren vergelijken zichzelf daar mee, maar beseffen niet dat die plaatjes niet ‘echt’ zijn, dat zo iemand uren in de make-up heeft gezeten en de foto’s bewerkt. Daar praten we over in de lessen. Maar ook over bijvoorbeeld sexting. Het lijkt bijna normaal om naaktfoto’s van jezelf te versturen naar een vriendje of vriendinnetje, alsof het verwacht wordt. ‘Dan pas houdt-ie van me.’ Het is zo belangrijk dat jongeren hun grenzen hierin leren kennen, en weerbaar genoeg zijn om die te bewaken.”
Boys
Het was Danize die de school destijds opgaf voor de Lang Leve Liefde Award, een prijs vanuit kenniscentrum Rutgers en Soa Aids Nederland. De jury bekroonde De Hoge Brug voor de aandacht die zij schenkt aan seksualiteit, seksuele diversiteit en seksuele weerbaarheid.
Een enorm compliment, maar vooral ook een boost om verder te gaan. “We zijn nog niet klaar”, zegt Danize. “Juist omdat we zo open met elkaar praten, wordt al snel duidelijk wat er onder jongeren leeft, welke vragen er zijn en waar behoefte aan is.” Binnenkort start de school met ‘Boys talk’ - een programma vanuit Rutgers. Danize: “In dat lesprogramma gaan we werken met louter mannelijke docenten en kleinere groepen bestaande uit jongens. Jongens praten toch weer anders met een man, wat vrijer, en dat biedt ruimte voor andere vragen en onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan het omgaan met groepsdruk.”
Gijs kijkt er alvast naar uit. Heeft hij zelf nog suggesties om het lesprogramma uit te breiden? Na even nadenken besluit hij van niet: “Gewoon zo doorgaan.” En dan bij nader inzien: “Maar dan wel gelijk op alle scholen in Nederland, dat is volgens mij een heel goed idee."