HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Jezelf leren kennen in een tijd die snel verandert

28 juni 2018  |  tekst: Dorieke Hammink  |  fotografie: Rudolf Steiner College

Onderwijs gaat niet alleen over leren rekenen en lezen; het gaat ook over leren met elkaar omgaan. Over ontdekken waar je als mens voor staat en waarom het belangrijk is om er voor elkaar te zijn. Dat is de identiteit die we met elkaar delen binnen het openbaar onderwijs. In deze serie interviews gaat BOOR-bestuurder Anne de Visch Eybergen in gesprek met collega-bestuurders van verschillende onderwijsorganisaties over het thema identiteit. We tasten af waar de raakvlakken liggen en wat de verschillen zijn. In dit interview kruist Anne de degens met Sebastiaan Cooiman, rector van het Rudolf Steiner College.


Het is een warme en zonnige voorjaarsmiddag als we Sebastiaan Cooiman begroeten in zijn lichte werkkamer met hoge plafonds in het Rudolf Steiner College. Een volledig gerenoveerd schoolgebouw met een bijzondere sfeer, waar oude en nieuwe elementen elkaar ontmoeten. Niet lang na de oplevering van het gerenoveerde pand startte Sebastiaan Cooiman in zijn nieuwe positie als rector van de school. “Ik was hier al enkele jaren teamleider en kreeg de kans door te groeien naar deze functie. Een fantastische baan” aldus Sebastiaan. Het Rudolf Steiner College is een vrije school en herbergt ruim 900 leerlingen op drie afdelingen: mavo, havo en vwo.

 

Identiteit en ontwikkeling

“We zitten bij elkaar om van gedachten te wisselen over de identiteit van ons onderwijs”, zo opent Anne het gesprek. “Over de openbare identiteit bestaan veel verschillende beelden, ook binnen de organisatie van BOOR. Toch zijn er veel medewerkers die zeggen ‘Ik wil nergens anders werken dan in het openbaar onderwijs’. Wat maakt dat zij zich herkennen in onze identiteit? We willen daar woorden aan geven, beter omschrijven wat ons openbaar onderwijs kenmerkt. Ik ben benieuwd hoe dit bij jullie is. Mijn verwachting is dat onderwerpen als identiteit en kernwaarden heel sterk ontwikkeld zijn bij jullie. Klopt dat?”

Sebastiaan knikt instemmend. “Ons onderwijs heeft als motto ‘worden wie je bent’. Dat klinkt misschien gek, want ben je nu dan niet wie je bent? Maar als je erover nadenkt zit er een ontwikkelingsgedachte achter. En een grondhouding. Namelijk dat wij als onderwijsprofessionals willen zien waar de leerling vandaan komt en hoe hij zich ontwikkelt. In elke fase die een kind doormaakt hebben wij als opvoeders bepaalde opdrachten. Zien we wat er gebeurt, kunnen we de ontwikkeling volgen, kunnen we ons zo openstellen voor deze nieuwe mens dat we zeggen ‘wat kom jij hier eigenlijk doen?’.”

Anne: “Dat is eigenlijk de essentie van identiteitsontwikkeling”.

Sebastiaan: “Precies. Kort gezegd komt het hier op neer: wat breng je mee en wat breng je verder. In de reguliere lessen gaat het daar heus niet altijd over, maar het is wel de grondhouding.”

 

Sebastiaan legt uit hoe binnen het vrijeschoolonderwijs naar ontwikkeling wordt gekeken. Men gaat uit van periodes van ontwikkeling die zeven jaar duren. In de eerste zeven levensjaren ontstaat het fysieke, de levenskracht. De zeven jaar daarop staan in het teken van het leren gebruiken van die levenskracht. In de fase daarna leert een kind denken. “In het reguliere onderwijs draait het vaak om de vraag ‘wat heeft de toekomst nodig’ en wordt het kind daar op toegerust. Bij ons is de centrale vraag: ‘wie komt er op de wereld en hoe gaat hij of zij de toekomst vormen.’”

 

Raakvlakken

De verbinding met de kern van het openbaar onderwijs is niet ver te zoeken. Anne: “Jullie kijken naar de hele persoonlijkheid, dat is zo sterk. In het openbaar onderwijs past dat ook heel erg. Daar gaat het over jezelf spiegelen aan de ander. De dialoog aangaan over elkaars opvattingen en levenswijze, vanuit de overtuiging dat een ieder gelijkwaardig is en met respect behandeld dient te worden.” 
“En dat kan verder gaan dan alleen met woorden, we doen het hier bijvoorbeeld ook luisterend” legt Sebastiaan uit. “Neem euritmie, een vorm van bewegingskunst. Leerlingen lopen vormen met elkaar, vaak in stilte, soms op een gedicht. Vormen zijn heel sterk: als je met elkaar een cirkel vormt hoor je er bij, sta je buiten de cirkel dan val je er ook buiten. Zo leer je hoe je je moet verhouden tot de ander.”

Wat zou de vrijeschool van het openbaar onderwijs kunnen leren? “We zouden graag een betere afspiegeling van de samenleving vormen” aldus Sebastiaan. “De leerlingpopulatie wordt wel gemengder, maar is bij lange na geen doorsnede van de Rotterdamse samenleving. Dat komt ook wel doordat de keuze voor een vrijeschool vaak een heel bewuste is, waarvoor mensen zelfs van ver komen. Veertig procent van de leerlingen heeft op een vrije basisschool gezeten.”


Jezelf leren kennen

Anne zoomt verder in op de persoonsvorming. “Hoe volg je dat als docent? Je ziet een leerling zich op een bepaalde manier ontwikkelen, hoeveel ruimte krijgt hij daar dan voor?”

“Het is niet zo dat als een leerling laat zien dat hij goed is met houtbewerken, hij het jaar daarop alleen nog maar met hout bezig is, als je dat soms bedoelt” lacht Sebastiaan. “Het onderwijs blijft algemeen vormend. Ook een goede toneelspeler besteedt zijn tijd naast toneel aan keramiek, koken en andere vakken. We hebben bovendien perioden waarin we een onderwerp aanbieden passend bij de fase waar leerlingen zich in bevinden. Bijvoorbeeld het onderwerp ‘vulkaanuitbarstingen’ in het kader van geologie.” Met een knipoog: “Dat explosieve, daar kunnen leerlingen zich soms goed in herkennen.” In de tweede klas biedt de school bij tekenen een periode ‘werken met koolstof’. “Kinderen in de tweede klas denken vaak zwart-wit en dat wordt gespiegeld in de opdrachten die zij krijgen. Zo heeft ieder vak een leerplan en probeert daarmee aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind.”

 

Zelfs het gebouw staat in dienst van de onderwijsvisie. Als Sebastiaan ons een rondleiding geeft door de school staan we in de teamkamer stil bij een houten modelschip. “Dit schip staat symbool voor ontdekkingsreizen. Kinderen zijn hartstikke zenuwachtig op hun eerste dag op de middelbare school. Ze zijn als ontdekkingsreizigers die de wereld gaan ontdekken.” Het gerenoveerde schoolgebouw is doortrokken van de visie van de vrijeschool. “Hoofd, hart en handen worden aangesproken in dit gebouw”.

Het ene na het andere lokaal met schatten opent zich voor ons, met houten kunstwerken en werkbanken, potten, keramiek, gebatikte stoffen, vilt. Vanuit de keuken komen smakelijke geuren de gang op.

“Het mooie van jullie brede aanbod is dat klasgenoten meerdere kanten van elkaar zien” constateert Anne. “Daardoor krijgen ze ook onderling begrip voor elkaar.” Sebastiaan bevestigt dat. “En als een leerling de school verlaat geven we een beeld of karakterschets van hem of haar mee. We hopen dat dit helpt bij alles wat nog voor hen ligt. Vooral in een tijd waarin alles zo snel verandert is het fijn als je jezelf hebt leren kennen.”

 

REACTIES JEZELF LEREN KENNEN IN EEN TIJD DIE SNEL VERANDERT

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen