HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Thuiskomen in een vreemd land

06 december 2018  |  tekst: Dorieke Hammink  |  fotografie: Olympia College & www.opgroeikaarten.nl

Het Olympia College, school voor praktijkonderwijs en vmbo-LWOO, biedt onderdak aan ruim 450 jongeren. Hieronder bevinden zich ook de leerlingen van de ISK, de internationale schakelklas. Trudi van Onselen is een van de mentoren en Lisette Diemers is zorgcoördinator. In dit interview vertellen zij hoe zij met gebundelde krachten de Nederlandse samenleving voor hun leerlingen ontsluiten. “Dat gaat niet alleen over taal, maar ook over heel basale dingen zoals hoe je een toilet gebruikt en wat de leerplichtwet betekent.”

 

Trudi van Onselen is dit jaar haar 45e jaar in het onderwijs ingegaan. Ze lacht als ze erover vertelt. Haar passie om als gids op te treden voor mensen die ons land nog niet kennen spat ervan af. “Ik begon al te werken met anderstaligen in de jaren ’80, in het basisonderwijs. Er was toen nog niets georganiseerd voor deze kinderen terwijl ze in groten getale onze scholen binnenkwamen. De school waar ik toen werkte werd pilotschool voor de Prisma, een soort voorloper van de ISK-klassen. ’s Ochtends kregen de kinderen les bij mij in de groep, ’s middags sloten ze aan bij hun leeftijdsgenoten in de reguliere groep. Het was een bijzondere tijd. Het was eigenlijk de bedoeling dat de kinderen na één jaar zouden doorstromen naar het reguliere onderwijs. Maar sommigen had ik wel drie jaar, omdat ze het eerste jaar hun mond simpelweg niet opendeden. Ik ging ook weleens aan mezelf twijfelen hoor. Er waren kinderen bij die zo vrijgevochten waren, die hadden nog nooit op school gezeten en moesten het hele onderwijs nog leren kennen.”

 

Van het basisonderwijs ging ze naar het volwassenonderwijs, om uiteindelijk de stap te maken naar het voortgezet onderwijs op het Olympia College. Collega Lisette Diemers: “We hebben acht mentoren. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor leerlingen. Als de mentoren signaleren dat er meer nodig is om een leerling te ondersteunen, dan kom ik als zorgcoördinator in beeld.”

 

 

“We zijn een hecht team en we doen het vooral met elkaar”

 

Onderlinge support

Leerlingen komen op de ISK-afdeling van het Olympia College terecht als zij tussen de 12 en 18 zijn, nog maar kort in Nederland en de taal nog niet spreken. Zij zijn afkomstig uit vele landen. Momenteel is de grootste groep op het Olympia College van Eritrese en Syrische afkomst. “Ook hebben we leerlingen uit Oost Europese landen zoals Polen en Bulgarije” vertelt Lisette. In ongeveer twee jaar tijd worden de leerlingen begeleid tot het niveau waarop zij kunnen instromen in het reguliere voortgezet onderwijs of het mbo. “We zijn een hecht team en we doen het vooral met elkaar” aldus Lisette. “Er is buiten de school soms wel extra support beschikbaar, maar veel trainingen en andere vormen van ondersteuning zijn geënt op de Nederlandse taal. Daar redden onze leerlingen het niet mee. En dus doen we het samen, soms met wat hulp van de leerlingen zelf. Je bent niet alleen bezig met onderwijs, maar ook met opvoeden in de Nederlandse cultuur. Zo hebben we een paar situaties gehad bij de toiletten. Sommige leerlingen bleken water uit de wastafels naar het toilet te dragen om zich te reinigen – toiletpapier was hen onbekend. Het was daardoor altijd een waterballet in de toiletten. Nu hebben we pictogrammen opgehangen die laten zien wat de bedoeling is. Niet gehurkt zitten op de bril; toiletpapier door het toilet spoelen enzovoort. Zo basaal kan het soms zijn.”

 
 
“We komen schrijnende verhalen tegen. Zo heeft een van mijn leerlingen een reis van negen maanden afgelegd voor ze hier kwam.” 

 

Perspectief

Stel je voor, je hebt jaren geen onderwijs gehad, bent maanden onderweg geweest vanuit je land van herkomst, hebt vrienden en familie achtergelaten. Hoe pak je dan de draad op in een nieuw land? Trudi: “We komen schrijnende verhalen tegen. Zo heeft een van mijn leerlingen een reis van negen maanden afgelegd voor ze hier kwam. Via Noord-Afrika is zij met haar familie naar Spanje gegaan, lopend. Soms vertelt ze er iets over en dan klapt ze ineens dicht, en zegt ‘nee, ik wil niet meer juf’. Een andere leerling heeft schietpartijen meegemaakt, zijn school kapot zien gaan en is vrienden verloren. Daar zit hun hoofd dan vol mee als ze hier komen.” En toch is er perspectief, ervaren Lisette en Trudi. “Het eerste jaar dat ze hier zijn is het vooral opvangen, kennismaken, begeleiden, uitleg geven over basale zaken. En werken in de tuin. Die tuin, dat is een wonder op zich, daar komen de verhalen op gang. Positieve herinneringen, aan een opa of oma of oom. Aan de tomaten van vroeger uit eigen tuin.” De schooltuin heeft een helende en verbindende werking. Na het eerste ISK-jaar gaan de leerlingen zich voorbereiden op het vervolg. Voor de oudste leerlingen, de groep van Trudi, betekent dit uitstroom naar het vervolgonderwijs. “In deze fase kunnen zij zich goed verstaanbaar maken. Ze weten vaak ook al een beetje wat ze willen, de voorkeur voor techniek of zorgverlening komt naar boven.”

 

Analfabeten

Een bijzonder en uniek initiatief op het Olympia College is het onderwijs aan analfabeten. Voor jongeren die geen enkele vorm van onderwijs genoten hebben in hun land van herkomst of die gealfabetiseerd moeten worden in het Westers schrift. Lisette: “Kinderen die geen onderwijs hebben genoten beheersen de kleutervaardigheden zelfs nog niet. Het eenvoudige knutselwerk, knippen en plakken. Het lezen uit prentenboeken. Met ondersteuning van het samenwerkingsverband hebben we twee extra onderwijsassistenten, die in kleine groepjes met deze leerlingen aan de slag gaan”. “Sommige leerlingen kunnen nog geen potlood vasthouden” vult Trudi aan. “Ze hebben geen idee wat school inhoudt. Een van mijn collega’s vertelde vorige week dat ze met haar groep van 12 tot 14-jarigen aan de slag was gegaan met knuffels. Een jongen liet met behulp van een doek en een knuffelbeer zien hoe in zijn thuisland baby’s worden gedragen. Hij heeft de rest van de dag die doek niet afgedaan. Weet je, het zijn pubers, maar tegelijk zijn ze ook nog zo jong. We merken vaker dat knuffels iets losmaken bij onze leerlingen. Ze komen uit oorlogssituaties, zwerfsituaties of hebben jaren moeten werken. Dan was er geen tijd voor aandacht, liefde en geborgenheid.”

 

 

“Ze komen uit oorlogssituaties, zwerfsituaties of hebben jaren moeten werken. Dan was er geen tijd voor aandacht, liefde en geborgenheid.”

 

ISK bij BOOR

Bij BOOR is het ISK-onderwijs zo geregeld dat de kinderen in het gebouw zitten waar zij logischerwijs ook regulier onderwijs zouden ontvangen. De indeling is dus gekoppeld aan het niveau van de leerlingen. Op het Olympia College zitten de leerlingen die uitstromen naar werk of naar mbo-niveau 1. Op RVC De Hef zitten de leerlingen die een vmbo-diploma kunnen halen of doorstromen naar MBO niveau 1 of 2, en de leerlingen met een havo of vwo-profiel gaan naar de Hugo de Groot. “Dat werkt heel goed” vertelt Lisette. “We zitten hier met de juiste doelgroep. De samenwerking met het praktijkonderwijs is uitstekend. Deze leerlingen hebben maatwerk nodig, en dat zijn ze in het praktijkonderwijs ook helemaal gewend.” Behalve de nauwe contacten met het regulier onderwijs en de overige ISK-afdelingen van BOOR, is er ook samenwerking met partners van buiten. “Via de schoolloopbaanbegeleider zijn er enkele studenten van het mbo gekoppeld aan onze leerlingen, voor hulp bij het inschrijven in digitale systemen. Het project Mentoren op Zuid koppelt een maatje aan een of meer van onze leerlingen. En via Wegwijs 010 worden twee leerlingen per klas aan een HBO-student gekoppeld, die elkaar 1x per week ontmoeten en activiteiten ondernemen van februari tot juni. een paar keer per jaar gaan ze als groep op pad. Daar komt dan ook weer een stukje opvoeding bij kijken. ‘Afspraak is afspraak’ is iets Nederlands. We leren de leerlingen dus dat ze een afspraak moeten afzeggen als ze niet kunnen, en niet zonder bericht te laat moeten komen.”

 

Thuisgevoel

Voor zowel Lisette als Trudi is het werk nog elke dag uitdagend en geeft het voldoening. Trudi: “Sommige momenten blijven je altijd bij. Ik denk bijvoorbeeld aan een ontmoeting met een van mijn oud-leerlingen. Hij zag me in de metro en pakte me helemaal in met zijn stralende lach. “Mevrouw, ik heb die kaart van u nog. U heeft iets geschreven, dat ben ik nooit vergeten, dat heeft me zo geholpen”. Hij doelde op een kerstkaart die ik hem jaren daarvoor had overhandigd. Ik was het zelf alweer vergeten, maar het had zo’n positief effect gehad.” “Ik word er ook heel blij van als ik de glimlach op het gezicht van een leerling zie verschijnen waaruit blijkt dat hij of zij zich gezien en gehoord voelt”, valt Lisette haar bij. “Het feit dat je even tijd voor ze maakt. Ze helpt met een brief. Een zorg bij ze wegneemt. De kleine dingen die we doen hebben soms groot effect. Leerlingen komen hier ook vaak terug, als ze al een tijdje van school zijn. Dit was de eerste plek waar zij zich thuis voelden in een vreemd land. Hier hebben ze geborgenheid en veiligheid ervaren. Iets belangrijkers is er niet.”

REACTIES THUISKOMEN IN EEN VREEMD LAND

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen