Een nieuwe tijdelijke school helemaal gericht op Oekraïense kinderen. Tijdelijke Onderwijsvoorziening (TOV) De Gaffelschool is een samenwerking tussen BOOR en RKVO en biedt Oekraïense leerlingen een veilige en vertrouwde plek van waaruit ze over een jaar kunnen doorstromen naar het reguliere onderwijs. Leerkracht Shannon Kop vertelt over haar ervaringen.
Toen Shannon Kop de vacature bij BOOR zag, was ze meteen enthousiast. ‘Hiervoor gaf ik 6 jaar les op de Jacob Marisschool in Hillegersberg’, vertelt ze. ‘Ook een BOOR-school maar totaal anders en daardoor leek deze nieuwe klus me extra leuk. Ik hou wel van een uitdaging.’ Kop kreeg de baan en is nu leerkracht van de gecombineerde groep 6 en 7. Daarnaast geeft ze ook Nederlands en rekenen aan groep 5. ‘De bedoeling is dat ik de hele dag door Nederlands met ze praat en dat er zo min mogelijk wordt vertaald. Dat is soms best lastig. Als ik een klassenregel uitleg of als er een incident is en ik echt zeker wil weten dat iedereen het snapt, dan moet het wel vertaald worden. Maar wel zo min mogelijk. Want de bedoeling is dat ze volgend jaar uitstromen naar een reguliere school. Dan moet het Nederlands er wel echt goed in zitten. Daarnaast krijgen ze elke dag Oekraïense les van de Oekraïense leerkracht.’
Vanaf nul opbouwen
Voor Kop en haar team is het behoorlijk pionieren. Een week na de aanvang van het nieuwe schooljaar is de Oekraïense school officieel van start gegaan. Halsoverkop kun je wel zeggen. ‘Het gebouw en de lokalen waren door BOOR en RKVO al op orde gemaakt’, vertelt Kop. ‘Dus het licht deed het en alles was veilig. Maar de lokalen waren nog helemaal leeg. We hadden ook geen schoolmaterialen, geen pennen en potloden, geen prullenbakken, niks. We moesten alles vanaf nul opbouwen en dan moet je een beetje flexibel zijn. Gelukkig zijn we dat allemaal wel. Onze verschillende achtergronden kwamen daarbij goed van pas. Ieder heeft zijn eigen expertise en ervaring. Een leerkracht heeft bijvoorbeeld veel met vluchtelingen gewerkt. Een andere collega is vroeger zelf als kind met haar ouders naar Nederland geïmmigreerd en kan zich dus goed in deze kinderen inleven. Weer een andere collega heeft veel ervaring in het speciaal onderwijs. Zelf heb ik veel gereisd en dus heel wat ervaring met verschillende culturen. Zo vullen we elkaar allemaal aan.’
Een beetje persoonlijk
Die eerste week was het echt wel puzzelen. Kop: ‘We begonnen met acht klassen maar doordat er niet genoeg leerkrachten zijn, hebben we gekozen voor zes klassen waaronder twee combinatieklassen.’ De samenstelling en het aantal leerlingen per klas verschilt ook wel. ‘Bij aanvang verbleven de meeste kinderen nog op het schip De Volendam bij Marconiplein’, zegt Kop. ‘Toen dat ging varen, moesten veel kinderen van school veranderen. Inmiddels zijn er ook weer veel nieuwe kinderen bijgekomen. Al met al zitten we nu op zo’n 16 tot 22 kinderen per klas. Dat is ook wel echt de max, wil je het een beetje persoonlijk houden en ieder kind genoeg aandacht kunnen geven.’
Vaak moe in de les
Met de kinderen gaat het goed. Kop: ‘Ik moet er wel bij zeggen dat het bijna allemaal gezinnen zijn die al meteen bij de start van de oorlog zijn vertrokken uit Oekraïne. Mensen dus, die daar de kans en het geld voor hadden. Zelf hebben ze relatief weinig trauma. Wel hebben de meeste kinderen hun vader al zeker zes maanden moeten missen. Veel gezinnen hebben ook andere familieleden moeten achterlaten en ook wel wat mensen om hen heen verloren. Natuurlijk is dat heftig. Maar over het algemeen maken deze kinderen het goed. Helaas kan ik er niet met ze over praten. Mijn Oekraïense collega gelukkig wel en dat doet ze dan ook regelmatig.’ Wat Kop wel merkt, is dat de leerlingen vaak heel moe zijn in de les. ‘Ze hangen over de tafels heen en sommige kinderen kunnen zich slecht concentreren. De meeste Oekraïense gezinnen zijn van plan na de oorlog terug te keren en het leven weer op te pakken. Dus veel leerlingen volgens ’s avonds na school ook nog online lessen via hun oude school in Oekraïne. Behoorlijk heftig.’
Behoorlijk heftig
En dan de volgende dag weer gewoon naar school voor Nederlands en rekenen. Want dat doen ze iedere dag met de landelijke Nieuwkomers methode ‘Wereld vol woorden’. Daarnaast krijgen ze ook dagelijks iets van sport, muziek, dans of kunst. ‘Mijn eigen groep 6/7 gaat ook nog naar zwemles’, vertelt Kop. Of ze over een jaar ver genoeg zijn om naar het reguliere onderwijs te gaan, weet ze nog niet. ‘Het is wel de bedoeling en we doen heel hard ons best maar daarvoor moet nog wel heel wat gebeuren. Een nieuwe taal leren is niet niks. Begrijpend lezen, zinsopbouw en al die spellingsregels, dat is voor Nederlandse kinderen al behoorlijk heftig en die hebben daar een paar jaar de tijd voor.’
Helemaal uit hun dak
Dat het Oekraïense onderwijs veel strenger is dan het Nederlandse, weet Kop inmiddels. ‘De relatie tussen leerling en leerkracht is daar veel hiërarchischer. Tijdens de les zijn de leerlingen stil en rustig. Maar als ze pauze hebben dan barst het in een keer keihard los en gaan ze helemaal uit hun dak. Daar moest ik wel even aan wennen. Ik heb ze ook wel uitgelegd dat het hier toch wel anders gaat. Inmiddels zijn ze wat gematigder en durven ze in de les ook meer te vragen. Dat is goed want dan komt het wat meer van twee kanten.’
Hartverwarmend
Bij aanvang verschilde het niveau enorm per leerling en per klas. Ze moesten er allemaal echt even in komen. Heel begrijpelijk want het is nogal wat; verhuizen naar een ander land, alles achterlaten, een nieuwe woonplek, een andere school en nieuwe vriendjes maken en dan ook nog een compleet andere taal moeten leren. ‘Gelukkig gaat het steeds beter’, zegt Kop. ‘Dat laten de toetsjes ook zien.’ In de tussentijd werken Kop en haar collega’s keihard door, met heel veel ambitie en enthousiasme. ‘De leerlingen volgens mij ook’, zegt ze. ‘Ze komen iedere dag met plezier naar school. Mooi om te zien hoe snel ze alles oppakken en hoe we steeds beter contact met ze krijgen. Ook non-verbaal. Vorige week was ik twee dagen ziek en toen ik weer terugkwam op school, kreeg ik van iedereen knuffels. Dat is echt hartverwarmend.’