Onlangs heeft een afvaardiging van stichting BOOR een bijzondere en intensieve studiereis gemaakt naar Zweden, Finland en Estland. In dit artikel delen zij graag welke inzichten ze hier hebben opgedaan en wat er in de praktijk mee gaat gebeuren. Reis met hen mee!
De aanleiding voor de reis
Voor veel onderwijsprofessionals zijn de Noordelijke landen ‘het beloofde land’ als het gaat om (passend) inclusief onderwijs. Wij wilden dit met eigen ogen gaan bekijken en ervan leren. In Nederland zien we al enkele jaren twee negatieve trends:
- Het niveau van de basisvaardigheden taal, rekenen, natuur en techniek en burgerschapsonderwijs blijft dalen.
- De segregatie in het Nederlandse onderwijs neemt toe. Segregatie leidt tot kansenongelijkheid.
Hoe gaan landen als Zweden, Finland en Esland om met kansengelijkheid, burgerschap, de verbinding tussen zorg en onderwijs – om er maar een paar te noemen? En wat kunnen we hiervan leren om ons eigen onderwijs te verbeteren? Met die vragen zijn we op pad gegaan. We sluiten daarmee aan bij de opdracht die we onszelf geven in het koersplan van BOOR, namelijk om de kwaliteit van ons onderwijs te versterken, een bijdrage te leveren aan het verkleinen van kansenongelijkheid en de neerwaartse trend in het onderwijs om te buigen.
Een divers en constructief gezelschap
Het reisgezelschap was leuk en zeer gemêleerd; leerkrachten, schooldirecteur, staf, bovenschoolse directeur en twee collega’s van de RVKO (Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs). Voor, tijdens en na onze bezoeken hebben wij binnen de groep discussies gevoerd over het huidige onderwijssysteem, specifiek in Rotterdam, en over de werkwijze die de Noordse landen gebruiken in hun onderwijssysteem. Het is interessant om te zien dat elke deelnemer de opgedane inzichten op een eigen wijze interpreteert. Juist door met elkaar constructief de discussie te voeren en te kijken naar oplossingen die ons allemaal helpen ontstaat er meer begrip voor elkaars standpunten en ontwikkelgebieden. Als je gewoon doet wat je goed kan en open staat voor de ander dan biedt verbinding met elkaar ongekende mogelijkheden. Het past ook de in Noordse filosofie dat je open staat voor de ander en dingen probeert die soms misschien niet helemaal in je comfortzone liggen. Met onze grote diversiteit in een dynamische omgeving lijkt “anders organiseren” wel mogelijk te zijn binnen het Rotterdamse!
De twee thema’s die ons het meest zijn bijgebleven zijn:
Thema 1: Verbinding onderwijs en zorg
Elke school heeft een multidisciplinair team. Het was bijzonder om te zien dat kinderopvang vaak is geïntegreerd en dat er gedurende de gehele dag een vast team beschikbaar is voor de groep. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een leraar, een assistent en een pedagogisch medewerker. Hiermee voorkomt men overgangsmomenten, is er simpelweg meer tijd voor de leerling en kan de hele dag aandacht worden besteed aan een thema. In elke school is er daarnaast een schoolmaatschappelijk werker, psycholoog of leerkracht aanwezig die beschikbaar is voor kinderen met een grotere ondersteuningsbehoefte. Het gehele team wordt door één medewerker aangestuurd. Dat maakt de lijnen kort. De schoolvisie wordt door iedereen op een zelfde wijze uitgedragen. Sterker, de schoolvisie, de leidende principes, zijn letterlijk overal in de school zichtbaar. Deze context borgt dat alle kinderen de aandacht krijgen die zij verdienen, waarbij met name de aanvulling van specialistische professionals de leerkrachten ondersteunen.
Thema 2: Individuele ontwikkeling van het kind
Scholen in de Noordse landen kijken op een geheel eigen wijze naar de ontwikkeling van een kind. Deze visie verwerken zij in hun onderwijsbeleid. Kinderen zijn pas na hun zevende jaar leerplichtig, omdat zij daarvoor nog niet rijp zijn om in een schoolsetting te participeren. Daarnaast is het opvallend dat jongeren pas na hun 16e verjaardag een keuze maken voor het opleidingsniveau. De overtuiging is dat jongeren pas dan een onderbouwde keuze kunnen maken over welk vervolgonderwijs aansluit bij hun behoefte en competenties. Het is duidelijk dat scholen de beschikking hebben over relatief veel personeel. Dat is om meerdere redenen fijn, maar het maakt het vooral mogelijk om leerstof aan te bieden die past bij de talenten van een kind. Maatwerk dus. Leerlingen evalueren zelf telkens hun voortgang en toetsen worden gebruikt om te kijken of het aanbod nog aansluit bij hun persoonlijke ontwikkeling.
Algemene observaties
We hebben tijdens de reis veel goede voorbeelden gezien. Een paar algemene observaties die we hebben gedaan:
- Elke school geeft een eigen invulling; er is geen uniforme toverformule om alle problemen op te lossen.
- Passende oplossingen worden beter worden als je vanuit verschillende perspectieven best practices ervaart.
- Als professional moet je echt open staan voor oplossingen die zich in de praktijk hebben bewezen. Je moet deze oplossingen zelf ervaren en voelen zodat je zelf kunt vaststellen of dit jou helpt.
- Van oudsher is er in de bezochte landen vertrouwen in de onderwijsprofessionals en het onderwijsstelsel.
Tot slot
Tijdens de studiereis hebben wij mogen ruiken en proeven aan andere inzichten. Het is nu onze uitdaging om de werkende bestanddelen, de best practices, verder te onderzoeken, uit te werken en te testen binnen een of meerdere van onze scholen. Laten we dan kijken wat werkt en wat niet. Met de opening van het Integraal Kindcentrum (IKC) in IJsselmonde hebben wij de mogelijkheid om enkele uitkomsten uit de studiereis – zoals de samenwerking kinderopvang en zorg - direct te implementeren en toe te passen.
Ons is duidelijk geworden dat je soms afstand moet nemen van je huidige gedachten. Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd al kreeg. Met een kleine verandering, kun je, zo blijkt, een groot verschil maken. Werk vanuit lef en liefde. Ga het doen, ga het ervaren!