For English, read here
Met de Rotterdam International Secondary School (RISS) is onze havenstad sinds 1987 een internationale school van allure rijker. De BOOR-school is onderdeel van de Wolfert van Borselen Scholengroep en trekt leerlingen en docenten van heinde en ver. Sinead Hatma (17, Curaçao) en Quentin Frisch (17, Zwitserland) volgen beiden het International Baccalaureate programma dat leidt tot een internationaal erkend VWO-diploma. Wij maakten kennis!
Docenten uit Chili, Zuid-Afrika, de USA, Italië, Australië… Leerlingen uit Cuba, Kroatië, Venezue-la, Spanje, Engeland, Mauritius, Brazilië… Ondanks de veeltaligheid van de schoolpopulatie, klinken de geanimeerde gesprekken en het uitgelaten geroezemoes in perfect Engels door de gangen van RISS als de bel gegaan is.
“Hier is de bibliotheek”, zegt Sinead terwijl ze even halt houdt. Samen met Quentin stapt ze naar binnen. We zijn bijna aan het einde van de rondleiding, die langs lokalen, kantoren, een ruimte met biljart en tafeltennis en een cafetaria leidde. Sinead wijst op het snoepautomaat. “Dat is de vending machine I was telling you about.” Ze is dol op haar school en kon in het interview van zojuist maar één nadeel noemen: de vending machine die almaar stuk is.
Het is geen grote locatie, hier aan de Schimmelpenninckstraat, maar samen met de junior campus aan het Bentinckplein biedt RISS toch ruimte aan zo’n vierhonderd leerlingen. Hier komen leerlingen uit het buitenland wiens ouders (tijdelijk) in Nederland wonen en werken, of juist van Nederlandse ouders die binnenkort naar het buitenland vertrekken en hun kinderen graag klaarstomen via een internationale school.
#
Quentin behoort tot de eerste groep. Hij is van origine Frans maar woonde zijn hele leven in Genève, Zwitserland. Twee jaar geleden verhuisde het gezin naar Nederland. Quentin: “Mijn vader handelt voor een groot olieconcern. Toen hij de kans kreeg om in de Rotterdamse haven te werken, overwoog hij eerst nog om de weekenden heen en weer te pendelen. Maar dat leek toch teveel gedoe en al snel besloten we allemaal te gaan.”
Zijn ouders stelden voor om Quentin een internationale school te sturen. Quentin: “Je hebt in Rotterdam ook Europese scholen, en zelfs Franse, maar dat was mij te onbekend. Met een internationale school had ik ook zero ervaring, maar toch zit ik hier! Dat was best even wennen - het is in helemaal niets een typische school. Hoewel ik hier al snel vrienden had, ervoer ik toch heimwee. Zeker toen covid kwam en alle lessen online werden gegeven…”
"Ergens deel van uitmaken, een passie delen met anderen, is een goede manier om ergens echt thuis te raken"
Toen hij net in Rotterdam woonde, besloot Quentin zich aan te melden voor het jeugdorkest. “Ik speel al trombone sinds mijn zevende. Mijn ouders namen me eens mee naar een voorstelling waar de kinderen nadien instrumenten mochten uitproberen. Ik pakte de trombone en… was verkocht! Met het orkest tourden we door Italië, Oostenrijk… In Rotterdam liep ik nog een beetje met mijn ziel onder arm en toen wist ik: ik moet hier gaan spelen. Ergens deel van uitmaken, een passie delen met anderen, is een goede manier om ergens echt thuis te raken.” Quentin deed auditie en werd toegelaten. “Ik heb elke vrijdag vijf uur lang les. Dat is best veel na een lange schoolweek. In beginsel zag ik het als another academic thing, als iets waarvoor ik moest presteren en beoordeeld zou worden. Tot de docent zei: ‘zie dit als een plek om te groeien. Ben je nog niet zover, dan gaan we zoeken naar manieren om verder te komen.’ Dat zorgt voor meer plezier én ontwikkeling. Het is nu heel rewarding.”
Diversiteit
Op RISS voelt hij zich inmiddels als een vis in het water. “Docenten zijn echt betrokken bij de leerlingen. We hebben vertrouwenspersonen en coaches voor als je ergens over wilt praten. Ze hebben hier echt het beste met je voor. Het mooiste is misschien wel de diversiteit in achtergronden. Alle docenten zijn anders maar wel guided door dezelfde missie. Ze zijn heel driven to their work. Dat maakt het contact ook mooi en diepgaander, het voelt soms bijna als een familie. Zo vind je altijd wel een docent met wie je aansluiting blijkt te hebben, of dat nu op vakgebied is of met kunst of muziek.”
"The world is open to you ‘cause you’re open to the world"
Hoe heeft de verhuizing naar Nederland, en de komst op RISS, hem gevormd? Quentin denkt even na. “Je leert dat de wereld klein is, besluit hij. “Ik zat laatst in een skilift in Zwitserland met mensen uit Canada, Brazilië, België… We gingen allemaal hetzelfde doen, namelijk die berg afdalen. Tuurlijk, er zijn verschillen maar dat betekent niet dat er boundaries hoeven te zijn. Daar draagt school ook aan bij. Door hier op school te zitten, leer je ook dat je overal kunt aarden, ook al lijkt het eerst misschien moeilijk. The world is open to you ‘cause you’re open to the world. Het is ook niet alleen maar ‘les’; er is ook ruimte voor creativiteit, voor community work. We kijken met een ruimere, meer wereldse blik naar allerlei kwesties. Nu bijvoorbeeld met Oekraïne. Wat ging eraan vooraf, wat zijn de verschillende perspectieven en wat zijn de belangen? We lezen ook boeken van Afrikaanse schrijvers, of leren over de Latijns-Amerikaanse geschiedenis tijdens de Koude Oorlog. Door die manier van lesgeven zijn vakken die ik eerst niet zo spannend vond, nu ineens heel leuk. Sterker nog, na mijn eindexamens ga ik economie aan de Erasmus Universiteit studeren.”
#
Mensen in haar omgeving verklaarde Sinead voor gek toen ze meedeelde dat ze voor een International Baccalaureate naar Nederland wilde verhuizen. Waarom zou je alles - met de eindstreep in zicht - overhoop gooien voor een loodzwaar traject in een ander land, ver weg van je familie? Toch deed ze het, met steun van haar ouders. Want soms moet je offers brengen om te komen waar je wilt.
Op Curaçao, het eiland waar Sinead geboren en getogen werd, zat ze ook al op een internationale school. Een bewuste keuze van haar ouders: “Ik heb Hierchsprung, dat is een aangeboren afwij-king van de dikke darm. Op een gewone school zou ik niet de aandacht en het begrip krijgen die nodig was, dachten mijn ouders. Vandaar de keuze voor een internationale school. Toen de examens dichterbij kwamen, besefte ik dat dit diploma me niet ver genoeg zou brengen; ik wilde een International Baccalaureate, dat kon daar helaas niet.”
Want Sinead is ambitieus. “Ik heb altijd goed geweten wie ik ben en wat ik wil. The world is my oyster. Ik heb me nooit door mijn ziekte laten tegenhouden. Als kind danste ik al veel. Ballet, aeri-al…Ik heb voetbal gespeeld en rugby - na twee hersenschuddingen vond mijn moeder die laatste wel welletjes. Op Curaçao was ik vice-president voor een organisatie die beach cleanups organiseerde en plastic een nieuw leven gaf. Mijn ouders verwachten ook wel wat van mij, in the most healthy way possible ofcourse."
"Het feit dat leerlingen en docenten verschillende achtergronden hebben maakt discussies heel interessant en diepgaand"
Sinds een paar jaar gaat Sinead naar RISS. En woont bij een fijn gastgezin in. “Ik ben echt zelfstandig geworden”, lacht ze. “Ik doe mijn eigen was en kook. Dat was ik helemaal niet gewend, ik was thuis het verwende meisje. Maar mijn grote uitdaging is tijdplanning. Ik heb moeten leren gedisciplineerd met mijn (studie)taken om te gaan én op tijd te gaan slapen. In het weekend wil ik mijn vriend graag zien, daar moet wel tijd voor zijn. In het begin had ik veel last van heimwee. Toen ik laatst terugkwam na zes weken vakantie op Curaçao deed het echt weer even pijn. Ik moest meteen weer aan de bak.”
Sinead is enthousiast over RISS. Nou ja, op die vending machine na dan. “De sfeer is heel goed. Ik geniet vooral van de diversiteit. Het feit dat leerlingen en docenten verschillende achtergronden hebben, en vanuit verschillende invalshoeken naar onderwerpen kijken, maakt discussies heel interessant en diepgaand. We worden ook breed opgeleid. Op ‘gewoon’ middelbaar onderwijs kies je na verloop van tijd een richting; hier niet. Dat betekent véél studeren maar je krijgt ook veel kennis en kunt nadien alle kanten op.”
Het is ook mooi om te zien hoe open RISS voor tussenjaren staat, stelt Sinead. “De academic road is niet de enige weg - dat snapt men hier. Als je een jaar iets ander wil doen, of stage wil lopen, krijg je alle hulp mogelijk van docenten. Docenten denken echt me je mee.”
Dankbaar
Het feit dat Sinead hier vandaag zit, vol energie en levenslust, mag een wonder heten. “Het is heel moeilijk geweest”, bekent Sinead, “ook voor mijn ouders - mijn leven heeft aan een dun draadje gehangen. Lange tijd was ik enorm vermoeid door de ziekte, volgde ik strikte diëten. Ik ben verschillende malen geopereerd. Vaak voelde ik me een wandelende ziekte, soms een tikkende tijdbom.”
Hoe dat haar heeft gevormd? “Ik denk dat ik door mijn ziekte vooral ongelooflijk dankbaar en ruimdenkend ben geworden. Als kind beschikte ik al over een sterk meelevend vermogen. Ik begreep dat er niets mís is met mensen die ziek zijn; we zijn gewoon anders maar toch menselijk. Mijn ervaring als ziek kind gaf me het vermogen om minderheden en underdogs te zien en te horen, en voor hen op te komen als ze dat zelf niet kunnen. Ik kan niet tegen onrecht.”
Sinead kiest straks voor een studie rechten. “Daar ligt mijn hart. Ken je die Nederlandse advocate, Merel Pontier, die een tijdje terug een onschuldige man uit de dodencel kreeg, na twintig jaar? Speciaal voor die zaak is ze naar Amerika verhuisd én deed er een master strafrecht om de zaak te kunnen oppakken. Ik vind haar zo inspirerend, ik heb haar zelfs gemaild. Dat ik hoopte mensen straks net zo te kunnen helpen als zij doet. Ik vroeg ook of ik iets kan doen om te helpen, zoals een studentenclub, of deel uitmaken van fondsenwerving voor de stichting. Dat zou prachtig zijn!”