HOME
EDITIES
RUBRIEKEN
ARTIKELEN



Burgerschap is vooral een kwestie van gedrag

26 juni 2023  |  tekst: Sanne van der Most  |  fotografie: Sanne van der Most

Burgerschap krijgt een steeds grotere rol binnen het onderwijs. Ook bij het Wolfert Lyceum in Bergschenhoek timmeren ze flink aan de weg en gaan ze zelfs meten wat het effect is van hun burgerschapslessen. Directeur Peter Wind is benieuwd, maar ook een beetje sceptisch. ‘Burgerschap reikt veel verder dan leren wat een democratie is en hoe die werkt. Het gaat vooral om gedrag.’

 

Het Wolfert Lyceum is een havo/vwo-daltonschool in Bergschenhoek met zo’n 1100 leerlingen.  Peter: “Uiteraard speelt burgerschap ook bij ons op school een belangrijke rol. Sterker nog, elementen ervan als samenwerking, reflectie en zelfstandigheid zijn belangrijke onderdelen van ons daltononderwijs. Ze zitten er als het ware in verweven. Natuurlijk heeft burgerschap te maken met een stukje feitenkennis en weten wat een democratie is, hoe die in elkaar zit en welke rechten wij allemaal hebben. Maar dat betekent nog niet dat je er zelf ook naar handelt en dat je het er ook mee eens bent. Sterker nog, je kunt het allemaal uit je hoofd leren, maar het tegenovergestelde vinden. Bijvoorbeeld omdat je dat van huis uit hebt meegekregen. Uiteindelijk gaat burgerschap vooral over gedrag en hoe we met elkaar omgaan.”

 

Meten is niet per se weten
Het meten van burgerschap en de effectiviteit op dat vlak, vindt Wind een ingewikkelde. “Het is niet hard te maken. Natuurlijk kunnen leerlingen neutraal positief zijn tegenover medeleerlingen met een andere nationaliteit, maar zodra er bij hen in de wijk een asielzoekerscentrum komt, kan die tolerantie omslaan. Dus meten is niet per se weten. Het blijft ook een momentopname.

 

Uitrollen
Hoe lastig het ook is, het Wolfert Lyceum doet een poging om te meten hoe ze ervoor staan op het vlak van burgerschapsonderwijs. Wind: ‘ROVICT is een meetinstrument ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam. Met die toets wordt burgerschap gemeten en testen we tegelijkertijd of het een goed werkende toets is. Een pilot dus. We beginnen in klas drie op het Wolfert Lyceum en het Wolfert Dalton. In de komende periode krijgen deze havo- en vwo-leerlingen digitale vragen over hun kennis, houding en vaardigheid ten opzichte van de democratie, samenleven en hun omgang met verschillen tussen mensen en met conflicten. Een klein groepje waarbij we onderzoeken of dat werkt, zo’n burgerschapsmeting. En vervolgens of we er als school wat aan hebben en de uitkomsten leiden tot aanpassingen in onze burgerschapsaanpak. Als het een succes wordt, gaan we de aanpak uitrollen op al onze Wolfert-scholen.’

 

Containerbegrip
Het bijbrengen van burgerschap ziet Wind als een belangrijke taak van school. ‘Al is dat lastig’, merkt hij op, ‘want het is een containerbegrip en iedereen verstaat er wat anders onder. Voor ons gaat burgerschap in elk geval niet over het uit je hoofd leren van de eerste twee coupletten van het Wilhelmus. Daar word je geen betere burger van. Maar wat dan wel? Als het over de normen en waarden gaat, dan hebben we nog een aardige weg te gaan. Die worden ook heel sterk beïnvloed door thuis. Dan kunnen wij op school nog zoveel vertellen over inclusie en diversiteit, maar als er thuis andere verhalen worden verteld,  blijft het lastig. Maar we doen ons best. Tegelijkertijd moeten we niet de illusie hebben dat we burgerschap als school alleen kunnen aanpakken. Dat is een taak voor de hele samenleving.”

 

Zeker niet met pensioen
Zelf gaat Wind zich vanaf komend schooljaar helemaal richten op burgerschap. Na dik 41 jaar in het onderwijs. Ooit begon hij als docent aardrijkskunde en de laatste 16 jaar bij het Wolfert als locatiedirecteur. ‘Ik ben 64 jaar, maar ik ga zeker nog niet met pensioen', merkt hij op. ‘Daarvoor gaat onderwijs me te veel aan het hart. En dat zal altijd wel zo blijven. Ik heb een duidelijke missie, waarbij ik me onder meer ga richten op het burgerschapsdossier. Ik ga onze locatiedirecteuren ondersteunen om dit belangrijke thema aan te pakken en nog beter op de kaart te zetten. Werken aan jongeren die zich ontwikkelen tot burgers die zich verantwoordelijk voelen voor hun medemens. Wat dat precies is, dat is niet altijd helder. In elk geval niet iemand filmen die van zijn fiets valt en dat vervolgens op Youtube zetten, maar wel naar diegene toegaan en hem echt helpen. En als we dat burgerschap noemen, dan is dat prima .’

Peter Wind, locatiedirecteur

Het Wolfert van Borselen

Wolfert van Borselen is een scholengroep voor openbaar voortgezet onderwijs. Een bruisende, veelzijdige en ambitieuze school midden in de Rotterdamse samenleving.

 

Meer informatie over de scholengroep: www.wolfert.nl

 

Burgerschap verplichting 

Sinds 2006 geldt voor scholen de wettelijke opdracht om aandacht te besteden aan burgerschap. Niet ieder kind krijgt deze kennis en vaardigheden vanzelfsprekend mee vanuit huis. Scholen zijn verplicht om een visie te ontwikkelen en uit te werken rond burgerschapsonderwijs. Verder dienen zij de opbrengsten te evalueren en verantwoording af te leggen in het schoolplan en de schoolgids. Sinds 1 augustus 2021 is een nieuwe wet voor burgerschapsonderwijs in het funderend onderwijs van kracht. Deze wet vraagt van scholen niet alleen om burgerschap te bevorderen, maar ook om de resultaten daarvan in kaart te brengen. Maar hoe doe je dat? In dit artikel vertelt schoolleider Peter Wind van Wolfert Lyceum hoe ze dat op zijn school aanpakken.

REACTIES BURGERSCHAP IS VOORAL EEN KWESTIE VAN GEDRAG

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

PLAATS EEN REACTIE




Plaatsen