Op 13 september jl. organiseerde SNZ de tweede PO-VO netwerkbijeenkomst op Zuid over de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Want die overgang mag nog best wat soepeler verlopen. Een leuke maar bovenal inspirerende middag waarmee de organisatie verdere ontmoeting en gesprek hoopt aan te jagen. En ja, wij waren erbij!
Even voor drie uur ’s middags wemelt het van de onderwijsprofessionals en leerlingen in de grote aula van OSG Hugo de Groot in Rotterdam Charlois. De koffiemachine in de docentenkamer draait continu, de macarons vallen goed in de smaak. De meeste aanwezigen hebben er al een werkdag opzitten maar maken graag tijd voor deze bijzondere bijeenkomst over - zoals het hier bezorgd genoemd wordt - ‘de knip’. Of eigenlijk, over de samenwerking die ervoor moet zorgen dat de vaak nog grote overstap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs versoepeld wordt.
Aangenamer
Die ‘knip’ moet veel kleiner en vooral aangenamer, meent Ilham, afdelingsmanager op RVC De Hef, die de bijeenkomst opent als iedereen een stoeltje heeft gevonden. “Leerlingen starten hun schoolcarrière rond vierjarige leeftijd. Ergens rond hun twaalfde levensjaar is daar plots een grote breuk. De stap van PO naar VO wordt door zowel kinderen als hun ouders nog te vaak als groot ervaren.” Hoe kunnen we die stap makkelijker maken? Dat is de brandende vraag van vandaag. Door samen te werken, meent de organisatie, maar dat is niet zo simpel als dat klinkt. Want samenwerken, zo stelt Ilham, kan pas als je elkaar kent. Laten we daar maar meteen een begin mee maken!
Straks, na het centrale gedeelte, splitsten de deelnemers zich op in kleine groepjes om te brainstormen over de verschillende thema’s van vandaag: leerlingondersteuning, ouderbetrokkenheid, doorlopende leerlijnen en de doorstroomtoets. Maar voordat we de diepte ingaan, worden we eerst geïnspireerd door niemand minder dan Salam, een leerlinge die vorig jaar deelnam aan een poëziewedstrijd in België. Ze draagt een gedicht voor dat begint met de veelzeggende woorden: niemand weet wat gaat gebeuren. Een gedicht over moed en dicht bij jezelf blijven, juist in onzekere tijden. Het zet de toon van de middag.
Maatwerk
Een oorverdovend applaus verwelkomt vervolgens Karim Amghar, een Nederlandse schrijver, programmamaker, televisiepresentator en docent. Na een vermakelijke en verbindende intro, opent hij het panelgesprek onder zijn leiding. Samen met docenten en leerlingen onderzoekt hij wat een goede overgang van PO naar VO betekent.
Arjen, docent en coördinator op de Hef, deelt als eerste zijn inzicht: "Een leerling moet de leerlijn ononderbroken kunnen voortzetten, zoals ze dat op de basisschool al deden.” Zijn eigen dochter zit nu in het eerste jaar op De Hef en ook zij voelde de impact van ‘de knip’. Verschillende vakken, nieuwe leerstijlen, nieuwe docenten en talloze lokalen… “Het is niet niks”, stelt Arjen. “De ervaring verschilt per leerling. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat de overgang voor alle leerlingen zo soepel mogelijk verloopt.”
Bouchra, ondersteuningscoördinator op Olympia, vult aan. “Goede ondersteuning vergroot de kans op een diploma. Wat dat is, verschilt. Wij bieden een breed scala aan ondersteuning, waaronder samenwerking met schoolmaatschappelijk werk en organisaties zoals Pameijer.”
Jim, docent aan ‘de Hugo’ benadrukt het belang oog te hebben voor leerlingen, voor hun noden en behoeften. Oren en ogen open, stelt hij. “We moeten openstaan voor gesprekken op het niveau van de leerling, of het nu gaat om schoolgerelateerde zaken of problemen thuis. Je moet altijd naar maatwerk streven, omdat niet elk kind in dezelfde mal past.”
In het panel zitten drie - ietwat nerveuze - leerlingen. Dapper staan ze voor een gevulde aula, met alle ogen op hen gericht. Minh beschrijft de overgang van groep acht naar de brugklas als een grote stap. Een nieuw gebouw, een andere wereld en onbekende gezichten… "Elk begin is moeilijk, maar naarmate je je weg vindt, wordt het beter.”
Ela, nu in 2 atheneum, herinnert zich haar eerste dagen levendig. “Het was eng in het begin. Ik miste mijn oude klas en klasgenoten.” Maar ze herpakte zich snel. “Ik sta altijd open voor nieuwe ervaringen en ik besefte dat ik de controle had. Toen werd het leuk!”
Soundous herinnert zich vooral de Cito-toets. "Verschrikkelijk! We spraken er allemaal over, maar we moesten het alleen doen. De druk, het besef wat er op het spel stond, was constant voelbaar.” De andere leerlingen beamen dit.
Uitzwaaien
In het middelbaar onderwijs is het contact tussen school en ouders vaak beperkter, stelt Jim. “Ouders zwaaien hun kinderen uit, maar betreden niet meer het schoolplein of de klas. Je treft elkaar niet meer vanzelfsprekend. En sommige ouders zijn zeer betrokken, terwijl anderen minder actief zijn. Voor hen moet je bereid zijn die stap extra te zetten, want ouders heb je nodig.”
Arjen: “Dat eerste gesprek met ouders en leerling, al vóór de start van het schooljaar, is essentieel. We werken in een driehoek van ouders, de leerling en de mentor samen aan kennisoverdracht en begeleiden leerlingen naar volwassenheid in de maatschappij. Je moet weten wat er speelt in het leven van leerlingen, thuis en op school.”
Ten slotte legt Karim de leerlingen de vraag voor: "Wat hadden wij kunnen doen om deze overgang gemakkelijker te maken?" Minh dringt aan op openheid naar en vertrouwen in je ouders. “Je bent vaak bang dat ze streng of boos reageren, maar als je je ouders in vertrouwen neemt, willen ze vaak best helpen.”
Ela benadrukt om het vooral zelf te doen, en vertrouwen te hebben in je eigen kunnen. “Zeg tegen jezelf: ‘Ik kan dit, ik doe dit.’ De kracht zit echt in jezelf.”
Soundous oppert het idee van oefentoetsen als een manier om de overgang te vergemakkelijken.
Workshops
Het is tijd voor de workshops. Vier tafels, één voor elk van de vier thema’s. Op de tafels liggen grote vellen papier om te mindmappen. Deelnemers worden uitgenodigd hun eigen inbreng te doen en een tafel op te schuiven als ze voldoende gezegd en gehoord hebben.
Wij schuiven aan bij de de tafel ‘ouderbetrokkenheid’. Een docente vertelt enthousiast hoe ze gisteren een moeder op bezoek kreeg die had gezien dat haar dochter op de absentielijst stond, terwijl ze die ochtend wel naar school was gegaan. De leerling had gespijbeld. “Ik heb moeder een groot compliment gegeven. Dit is waar ouderbetrokkenheid over gaat en dat wil ik stimuleren.”
Het gesprek gaat daarna over communicatie met ouders. Dat gaat niet altijd makkelijk, meent men aan tafel, als ouders slecht bereikbaar zijn of afspraken afzeggen. Ligt daar niet ook een taak bij docenten, vraagt iemand zich af, om die extra stap te zetten om ouders in hun drukke werkende (gezins)levens tegemoet te komen? Denk aan bellen in het weekend, of oudergesprekken incidenteel na zes uur ’s avonds. Geef je ouders wel of niet je privé-nummer? Het blijkt stof voor discussie te zijn maar vooral food for thought.
Koffieochtend
Naarmate de gesprekken intensiever worden, wijkt men weleens af van het thema. En dat mag. Gesprekken over het belang van grammaticaal correct Nederlands in een internationaal en bovendien technologisch tijdperk aan de laatste tafel. De vraag waar de bibliotheken gebleven zijn, rijst aan een andere tafel: “We willen dat er meer gelezen wordt, maar waar zijn de bibliotheken? Moeten die niet dichterbij scholen komen?”
Maar ook: Hoe bespreek je je zorgen met een leerling? Hoe kaart je die aan?
Iemand vraagt zich hardop af waarom er op basisscholen wel hulpmoeders zijn en in het voortgezet onderwijs niet meer. Op de ‘Hugo’ wordt binnenkort een open huis georganiseerd gecombineerd met een buffet, horen we ook. Dat laatste sluit mooi aan bij het verhaal van Karim, die in zijn keynote vertelde dat je mensen vaak beter bereikt door iets aan te bieden wat dicht bij hen staat; geen ‘formeel’ ouder-docent-gesprek met iemand die de Nederlandse taal beperkt machtig is of zich niet senang voelt in een dergelijk gesprek, maar onder het genot van een koffieochtend waarbij mensen zelf hapjes mogen meebrengen. Zó voelt iemand zich zelfverzekerd en prettig en dát opent gesprek.
Tijdens de barbecue, die na de workshops geopend wordt, gaan veel gesprekken nog even door. Nummers worden uitgewisseld terwijl men zich tegoed doet aan een stokje saté.
Eén ding is duidelijk: we zijn nog lang niet uitgepraat. Daarmee was dit een bijzonder nuttige middag. Op naar de volgende! Ben jij erbij?