Een integriteitscode garandeert niet meteen dat een organisatie ook echt integer is. “Integriteit heeft vooral te maken met ons eigen handelen en gedrag. Je moet voorkomen dat een integriteitscode werkloos in de la ligt.” Medeopstellers van de BOOR Integriteitscode, bestuurs- en beleidsadviseur Paul Kamps en juridisch adviseur Marleen Quaak, pleiten voor meer bewustwording.
Binnen een organisatie met een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid als BOOR moet voortdurend aandacht zijn voor integriteit, betrouwbaarheid en transparantie. Een integriteitscode biedt medewerkers een kader bij de beoordeling van wel of niet aanvaardbaar gedrag. Continue aandacht voor integriteit draagt eraan bij dat dat integriteit gaat leven binnen de organisatie en bij de medewerkers. “Een integere organisatie gaat veel verder dan het hebben van een integriteitscode. De integriteitscode van BOOR is ook niet nieuw. We hebben de code een paar jaar geleden opgesteld als praktische handleiding die heel goed als uitgangspunt kan dienen om het gesprek hierover op gang te brengen. Integriteit heeft vooral te maken met ons bewustzijn van ons eigen gedrag”, zegt Paul Kamps. “Neem de BOOR medewerker die op zaterdagochtend op het voetbalveld klaagt over collega’s in de organisatie. Dat beoordelen we als niet integer. Als medewerker dien je je te realiseren dat je tot een organisatie behoort, dat we met elkaar deze organisatie vorm geven en dat dit alleen kan als je transparant en integer bent. We praten met mensen en niet over mensen. Dat is een gedragsregel die daarvan onderdeel uitmaakt.”
Wat is integriteit?
In de integriteitscode staan diverse voorbeelden. Hoe te handelen bij een relatie op de werkvloer bijvoorbeeld. En dat incidentiele geschenken de waarde van 20 euro niet mogen overstijgen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het een dichtgetimmerd document is, benadrukt Kamps. “Aan concrete regels over wat wenselijk is en wat niet, ontkom je niet, maar we hebben bewust gekozen voor het opstellen van algemene gedragslijnen. Je kunt niet alle situaties afdekken en expliciet regelen. Dat willen we ook niet. De code is een middel om te laten zien hoe wij als organisatie aandacht geven aan integriteit en transparantie. De code laat ook zien dat we handen en voeten willen geven aan een transparante cultuur. Het is een instrument om ons na te laten denken over ons handelen. Wat is integriteit? Wanneer handel ik integer? Wat doe ik in bepaalde situaties? Wat doe ik als ik iets zie wat misschien wel niet kan?”
Dialoog bescherming tegen afglijden
Idealiter praat elke afdeling en elk team regelmatig over integriteit aan de hand van casuïstiek of dilemma’s. Kamps: “Stel: je ziet dat een medewerker de kopieerkamer verlaat met een pak A4 papier. Wat doe je? Of je hebt een kopie van je paspoort nodig. Kopieer je dat even snel op je werk? Dit klinkt flauw, en iedereen denkt meteen wie doet daar moeilijk over? Maar wat doe je met die dertig kopieën van de nieuwsbrief van je sportvereniging, waar jij vrijwilliger bent? Als je met elkaar over deze onderwerpen in gesprek gaat, zullen er best meerdere uitkomsten mogelijk zijn. Dat is prima. Met elkaar praten over wanneer je welke keuzes maakt voorkomt dat je over het randje heen gaat.” Juridisch adviseur Marleen Quaak: “We zeggen als organisatie niet glashard wat wel en niet mag. Door het gesprek erover blijf je scherp. Juist door de dialoog is er minder kans op afglijden, want dat is wat je wilt voorkomen.”
Niet moraliseren
Van directeuren wordt verwacht dat zij dit gedrag voorleven en het gesprek aanmoedigen over integriteit en transparantie op de werkvloer. Quaak: “Er moet binnen de gehele organisatie en op elke werkplek een sfeer van veiligheid en vertrouwen zijn om erover te praten en om fouten te maken. Neem dat pak A4 papier, als je dat zelf aankaart bij je directeur dan verwachten we dat je er niet op wordt afgerekend, maar wel dat er een gesprek over wordt gevoerd.” Paul: “We schrijven de wet niet voor. We veroordelen niet.”
Het is die open cultuur waar BOOR voor staat, zegt Quaak. “Een cultuur waarin we praten over dit soort zaken om onzuivere machtsrelaties tegen te gaan. We gaan niet moraliseren. Het gaat om de verantwoordelijkheid die je zelf neemt.” Waarbij het voor zichzelf spreekt dat een aantal dingen uiteraard niet bespreekbaar is. “Een relatie tussen een leerkracht en een minderjarige leerling mag wettelijk gewoon niet. Dat schept onveilige situaties. Daar zijn we duidelijk in. Ook een affectieve relatie van een leerkracht met een meerderjarige leerling of tussen een directeur en een ondergeschikte accepteren we niet. Dit leidt tot een gesprek met betrokkene en heeft consequenties voor zijn of haar werkplek.
“Integriteitsbeleid heeft alleen waarde als het permanent aandacht krijgt”
Geen dode letter
Integriteitsbeleid heeft alleen waarde als het permanent aandacht krijgt. De bouwfraude van een aantal jaar geleden maakte dat pijnlijk duidelijk. Kamps: “Dit was slechts het werk van één niet-integere medewerker. De integriteitscode was een dode letter en het onderwerp integriteit stond bij ons niet op de agenda.” Quaak: “Deze persoon had zelfs de ambtseed afgelegd zoals van ambtenaren van de gemeente Rotterdam wordt verwacht en daarmee verklaard integer te zullen handelen. We kunnen leren van dit soort gebeurtenissen uit het verleden. De organisatie en processen zijn inmiddels anders ingericht om dit te voorkomen en er is duidelijk een bewustwording in gang gezet.”
Ver-van-mijn-bed
Zijn Quaak en Kamps desondanks niet bang dat het onderwerp integriteit een soort ver-van-mijn-bed show is voor de meeste medewerkers? Immers, hoe hoger in de organisatie hoe groter de gevolgen van niet integer handelen. Kamps: “De meeste mensen binnen onze organisatie werken heel gewetensvol. In die zin kun je zeggen waar hebben we het over? Omdat integriteit alles heeft te maken met dat open en veilige klimaat dat we nastreven gaat het ons allemaal aan. Dat is ook het klimaat waarin kinderen, die bij ons op school zitten, zich veilig voelen.”
Quaak: “Ook uit goedbedoelde en enthousiaste overwegingen en met de beste intenties kan de integriteit geschonden worden. Hoe makkelijk is het niet om leerling gegevens uit te wisselen met externe contacten van ons? Of die goede muzikant, een vriend van een bekende, de school binnen te halen voor een muziekles? Dat is natuurlijk geweldig, maar zijn we voldoende alert op de eventuele gevolgen hiervan? Ook in deze situaties is het van belang de integriteit van ons handelen te toetsen.”